Ei-Rozalinde O «9 VERZORGD DOOR HET KINDERBLAD „KRIS KRAS" TE AMSTERDAM NIEUWS 18 'AUtHO0/m Pa-Sei was een Chinees, hij was van chocola en hij stond in de uit stalkast van een banketbakker, tus sen z'n kameraden. Daar was Cornelia, de chocolade kip, die in een mooi, met houtwol opgevuld mandje zat, temidden van suikeren eitjes; daar was juf frouw Rozalinde, die ook van cho cola was en een roze zijden lint droeg, dat in een sierlijke strik boven op haar hoofd was vastge maakt. Ze was daar wel erg trots op. Pa-Sei de Chinees en Zoetekop, het grote suikeren ei, keken er met ontzag naar, want zij hadden zelf géén zijden lint; ze hadden zelfs helemaal geen lint. Ze durf den dan ook niet zo maar Roza linde te zeggen, maar ze zeiden er altijd deftig „juffrouw" voor. Dan was er Lepeltje, de haas, die van bruin vilt was gemaakt en een zak met flikjes aan een blauw lint om zijn hals droeg. Hij vertelde graag aan wie 't maar horen wou, dat hij nog een achter-achterneef- je was van de échte Paashaas. En de vier gele kuikentjes, kleine donzen balletjes, die maakten 's nachts, als iedereen sliep en het donker was, in de banketbakkers winkel de grootste pret; dan speelden ze krijgertje en moeder Cornelia moest hen wel eens tot de orde roepen, want ze vlogen zo maar boven op het kale hoofd van Zoetekop, die dan verschrikt wakker werd. Maar voor Pa-Sei hadden ze ontzag, want die keek een beetje streng, vonden ze. Ook stonden er twee bakjes, ge vuld met paaseitjes die „per ons" verkocht werden, omdat ze zo klein waren. In 't ene bakje lagen de chocola-eitjes als glimmende kleine nikkertjes; de eitjes in 't andere bakje waren in gekleurd zilverpapier verpakt: donkerpaars, lila, groen en geel. „Wij hebben tenminste kleren aan," zeiden ze tegen hun buur- eitjes, 't is eigenlijk helemaal niet netjes zoals jullie eruit ziet, jullie lijken wel bosnegers Maar de vrolijke chocola-eitjes lachten erom. „Wij zijn niks minder, hoor en we zijn met mocca gevuld!" „En wij met fondant!" „Kibbelen jullie toch niet zo," zei Margrietje. Margrietje was ge maakt van vrolijk-glanzend, kleu rig bloemetjes-carton en eigenlijk een doosje. Als je dat openmaakte zaten er snoepjes in. „Jij groot gelijk, zij niet kibbelen,"

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 20