AFSCHEID
NEMEN
NIEUWS
14
In het tijdvak van 8-12-1959 tot
7-6-1960 hebben 50 werkne
mers onze dienst verlaten, we
gens het bereiken van de 65-jarige
leeftijd. Zij behaalden een gemid
deld aantal dienstjaren van 30 per
man. Acht van hen zijn 40 jaar of
langer aan het bedrijf verbonden
geweest, terwijl één hunner op een
50-jarig dienstverband kan terug
zien. Deze bijzonderheden deelt
onze directeur, de heer C. J. A.
van Daal en mede op 7 juni I960.
Op die dag neemt hij nl. afscheid,
mede namens zijn collega's-directeu
ren van deze 50 werknemers. In
de koffiekamer is eveneens aan
wezig onze directeur de heer ir. B.
Wilton. De heer Ir. J. E. Woltjer
is ziek en kan helaas niet komen.
Van bedrijfszijde zijn de heren
J. P. de Haan en C. H. Meeuwisse
gekomen. Ook de heren J. Th.
Corver en C. Keyzer, zijn, evenals
de Kleine Commissie uit de On
dernemingsraad present.
De heer Van Daalen spreekt in
zijn afscheidsspeech over gevoelens
van vreugde en weemoed, welke
bij zo'n afscheid telkens te con
stateren zijn. Zij, die gaan, mogen
terugzien op een welbesteed leven
en kunnen dus met vreugde genie
ten van de rustige periode, welke
is aangebroken. Weemoed kan er
zijn, omdat oude en vertrouwde
dingen vaarwel zijn gezegd. Spre
ker vertrouwt er echter op, dat
men de langere vrije tijd zal kun
nen vullen. Het is tenslotte maar
8 uur per dag, dat men nu aan vrije
tijd erbij heeft gekregen en hij
weet uit gesprekken, dat vele ge
pensioneerden tijd te kort komen.
De heer Van Daalen noemt het
grote aantal werknemers, dat in de
loop der jaren de dienst met pen
sioen heeft verlaten en de bete
kenis daarvan voor het bedrijf.
Terloops haalt spreker nog aan de
precaire positie van de Nieuw
bouw orderportefeuille: te weinig
vraag en een groter wordend aan
bod. Ten opzichte van het steeds
groeiend aantal gepensioneerden
in ons land heeft de heer Van
Daalen een persoonlijke mening.
Hij wil echter de vertrekkenden
in geen geval verontrusten met zijn
kijk op deze zaak en wenst hun
tenslotte een lange en prettige tijd
van rust toe. „Namens het gehele
bedrijf dank ik u voor alles, wat
ieder van u op zijn plaats en zijn
wijze ten bate van W.F. heeft
gedaan", besloot de spreker.
o
Als secretaris van de Ondernemings
raad spreekt de heer B. Blommers,
die dankbaar is voor hetgeen de
vertrekkende collega's - vooral
t.o.v. de jongeren - hebben gedaan.
Soms met een goed, soms met een
wat minder goed woord hebben
zij hun vakkennis aan ons overge
dragen. Er zijn veel persoonlijke
vrienden en kennissen onder, van
wie men dan nu afscheid gaat
nemen,
„Maar ik hoop", aldus de heer