Zó doen ze het
Moeilijk
J. J. de K. te S.
16
NIEUWS
Met grote belangstelling heeft de Redactie de brie
ven van onze oud-werknemers gelezen, die deze
hebben geschreven n.a.v. onze vragen over hun
hobby's.
Al deze epistels hebben één ding gemeen: er staat
stuk voor stuk duidelijk in te lezen, dat bezigheid
(in de ruimste zin van het woord) dè onmisbare
factor is, om de pensioentijd tot een goede tijd te
maken. Voorts constateert men, dat het aantal hob
by's groot, zeer groot is en varieert van moeilijk
tot gewoon. Een andere overeenkomst is, dat het
begrip planmatige dagindeling wel leeft, maar -
gelukkig misschien - niet zó, als op en in een
bedrijf. Het begrip „prikklok" is verdwenen. Toch
valt bij sommigen een zekere regelmaat in de bezig
heden te constateren.
In één der brieven (van A. B.) staat o.m. het
volgende:
„De eerste weken heb je het gevoel, dat je met
vakantie bent, maar daar komt gauw een eind
aan. Je wilt wel weer eens wat gaan doen en
vooral iets, dat nuttig is. Ik kon wel wat timme
ren en verven, maar bepaald hobby's waren het
niet. Door het werk op de werf waren er thuis
nog al wat karweitjes blijven liggen. Behangen,
schilderen, deuren glad maken met hardboard.
De vrouw wilde bloembakken en een zonne
scherm. Ja, redactie, zo is het gegroeid. Maanden
heb ik er werk aan gehad en ik had er echt ple
zier in. Van werkstukken uitmeten had ik niet
zoveel verstand. Doorzetten maar, dacht ik en
het gaat steeds beter. Na het éne karweitje was
er weer een ander. Kleine presentjes voor de
kleinkinderen op feestdagen.
En zo, redactie, komt dan de tijd, dat je zegt:
ik kom nog tijd te kort! Het is werkelijk fijn
als je aan de slag kunt blijven, want het is an
ders net als met een schip, dat lang stil iigt.
Rust roest. Toch moet je rust en ontspanning
nemen. Geen eindeloze werkdag, maar alles op
zijn tijd."
Zo schrijft A. B. te S. en hij hoopt, dat toekomstige
gepensioneerden iets zullen hebben aan zijn mede
delingen. Omgekeerd tracht hij ook nog iets van
andere oud-werknemers te leren.
o
Een andere gepensioneerde is ongeveer op hetzelfde
terrein werkzaam geweest in de beginperiode van
het „stil leven". Meubels ombouwen e.d. Tevens
is hij een liefhebber van de hengelsport. Deze man
schrijft:
„Wanneer men op 65-jarige leeftijd gepensio
neerd wordt en je bent zo gelukkig dat beiden
man en vrouw - nog gezond zijn, denk dan
ook aan je vrouw, want die gaat niet met pen
sioen. Ik begin 's morgens eerst het huishouden
mee te regelen en dat geeft je vrouw veel vol
doening. Ga zo veel mogelijk samen wandelen
en boodschappen doen. Zoek gezelligheid in
huis. Er is altijd wel wat te knutselen. Geachte
redactie, ik wens iedere toekomstige 65-jarige
het geluk toe, dat mij tot op heden is gegund:
Een rustige oude dag."
Dit waren dan een tweetal ontboezemingen van oud
werknemers. Wij hopen in komende nummers nog
enige uittreksels te publiceren. De rij van hobby's
is nog lang niet uitgeput. Zelfs kunst en klein
kunst komen hierbij nog ter sprake.
De secretaris van de Ondernemingsraad, de heer B. Blom-
mers ontving van een uitbundig vakantievierende collega
een kaart, die op nevenstaande foto staat afgedrukt.
En nu zit hij met het volgende ingewikkelde probleem.
1 Willen ze zelfs tijdens hun vakantie nog met stenen
naar me gooien?
óf
2 is dit de symbolische voorstelling van die kei van een
secretaris
óf
3 is het misschien nog anders bedoeld?
Het lijkt ook ons erg moeilijk en wij raden B. B. aan
om zelf met vakantie te gaan en zulke stenen op te zoe
ken voor de eerstvolgende O.R.-vergadering