Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart
21
NIEUWS
In 1959 werd het museum door meer dan 32000
personen bezocht. In dit cijfer zijn niet de houders
van lidmaatschapskaarten opgenomen, noch dege
nen, die individueel of in groepsverband op uitno
diging van de directie of haar medewerkers een
rondgang door het museum maakten en die in ver
band daarmede geen toegangskaartje ontvingen.
De leeszalen te Rotterdam en Amsterdam werden
door in totaal rond 7800 personen bezocht. In dat
jaar deed de Inlichtingendienst 3541 geregistreerde
verzoeken om inlichtingen af en selecteerde resp.
excerpeerde en distribueerde het Bureau Tijdschrif
tenuittreksels 1497 artikelen uit binnen- en bui
tenlandse periodieken op nautisch en maritiem-
technisch gebied. Voorts werden in het verslagjaar
14.261 bibliotheekwerken uitgeleend door de Insti
tuutsboekerij, die op 31 dec. van dat jaar 17.095 gere
gistreerde werken telde. Naast de talrijke aanschaf
fingen van nieuwverschenen literatuur werd de
bibliotheek ook verrijkt met verscheidene schenkin
gen. Het bestuur sluit zich hier gaarne aan bij de
door de directeur in diens verslag voor deze schen
kingen betuigde dank.
Ook is het bestuur uiteraard zeer erkentelijk voor
de op andere wijze aan het Instituut verleende steun
en medewerking, zoals door het permanent, dan
wel in bruikleen afstaan van modellen, apparaten
en ander materiaal ten behoeve van het Instituuts
museum. Deze schenkingen vormen een waarde
volle aanvulling op hetgeen op dit gebied is en
wordt aangemaakt door het eigen atelier, dat ove
rigens ook in 1959 weer diverse modellen en andere
werkstukken in opdracht en ten behoeve van onze
leden te vervaardigen kreeg.
o
Bovenstaande en vele andere wetenswaar
dige gegevens staan te lezen in het jaarverslag 1959
van het Instituut voor Scheepvaart en Luchtvaart.
Het Dagelijks Bestuur begint dit verslag als volgt:
„in het vorige jaarverslag werd 1959 door het D.B.
weliswaar met vertrouwen tegemoetgezien, doch
daarbij werd tevens de verwachting geuit, dat de
vereniging in bedoeld jaar op financieel gebied
nog voor moeilijk oplosbare problemen zou komen
te staan." Aan het einde van het jaarverslag staat:
„Ondanks de talrijke problemen, die zich in het
afgelopen jaar voordeden, is er voor het bestuur
generlei aanleiding geweest om dit verslag in mi
neurstemming te schrijven."
o
Uit het verslag van de directeur, de heer H. V.
Quispel blijkt, dat het bezoek aan het Instituut
van zeer uiteenlopende aard is geweest. Onderwijs
inrichtingen en verenigingen in klasse- en groeps
verband, diverse opleidingsinstellingen voor de
Koninklijke Marine, de Landmacht en voor de
Koopvaardij waren op bezoek. Zelfs een school
voor onvolwaardige kinderen te Utrecht en de
school voor slechthorende kinderen te Rotterdam
bezochten het Instituutsgebouw. Door aangepaste
explicatie en demonstratie der modellen slaagden
de rondleiders er ook naar het oordeel van
medegekomen docenten ten volle in deze, in ver
schillend opzicht zo zeer gehandicapte kinderen,
van begin tot eind geboeid te houden. Talrijke
buitenlanders brachten eveneens een bezoek, o.a.
leerlingen van de Rijksvisserijschool te Heyst
(België).
o
Door de foto van het 3 meter lange model van de
„Willem Ruys" worden wij herinnerd aan de ver
bouwing en de modernisering van dit schip op
onze werf. Over vele tentoonstellingen in het
Instituutsgebouw en medewerking aan elders ge
houden tentoonstellingen, over de werkzaamheden
van het atelier, over de bibliotheken en leeszalen
worden bijzonderheden verstrekt.
Het hoge arbeidstempo van de Instituutsinlichtin
gendienst deed zelfs een zich op documentatie- en
speurwerk toeleggende Amerikaanse firma te
Washington het verzoek indienen om ter plaatse -
i.e. te Rotterdam een onderzoek te mogen in
stellen naar de dezerzijds toegepaste documentatie-
en registratiemethode. Dit onderzoek, dat zich
eveneens uitstrekte tot andere inlichtingenver-
strekkende instellingen in West-Europa, leidde er
toe, dat het Instituut werd gevraagd een aan Ame
rikaanse maatstaven aangepast documentatiesysteem
voor bedoelde firma op te zetten.
o
Uit alle lagen van de bevolking komen de lezers
van de 14.261 uitgeleende boeken. Dit blijkt uit
de opsomming van de beroepen. Leerlingen van
uiteenlopende onderwijsinstellingen, professoren,
metaalbewerkers, luchtvaartdeskundigen, koopvaar-
dijpersoneel, technici, advocaten, notarissen, jour
nalisten, redacteuren en belangstellenden op ver
schillend gebied maken er gebruik van.
o
Wij eindigen deze korte rondreis door dit jaarver
slag met één alinea uit het verslag van de te
Rotterdam gehouden Algemene Jaarvergadering
van het Instituut (14.6.1960).
„Nadat de directeur, de heer H. V. Quispel, een
uiteenzetting had gegeven over de verschillende
plannen, die momenteel verwezenlijkt, respectieve
lijk voorbereid worden en in verband daarmede
nog eens had gewezen op de urgentie om ten spoe
digste tot uitbreiding van de thans beschikbare
Instituutsruimte te komen, hadden de aanwezigen
gelegenheid om de verschillende in het museum
gedeelte van het Instituut gereed, dan wel nog in
uitvoering zijnde verbeteringen in ogenschouw te
nemen."