NIEUWS
2
Wat moet dal nou, fotograaf In de machinekamer
in de loop der jaren heel wat
veranderd in het sleepbootwerk.
Kijk maar eens naar die mach
tige knaap naast ons. Het is een
mooi vak, maar het is altijd op
letten. Je moet er werkelijk ge
voel voor hebben. Een ongeluk
zit in een klein hoekje. Wind
en tij kunnen altijd spelbrekers
zijn, vooral bij het manoeuvre
ren met de grote schepen van
tegenwoordig.
Dadelijk gaan wij de bok Ti
tan", die daar tussen die twee
schepen ligt, verhalen naar de
„Evi Livanos", aan de overkant
en dan straks weer terugbren
gen. Slepen van bokken is ook
weer een apart karwei en vooral
als er zo weinig ruimte is, zoals
nu. De bok ligt tussen twee
achterstevens in. Roer en schroe
ven zijn dè kwetsbare plaatsen
van een schip."
Zo heeft kapitein Kroon nog op
vele andere manieren uitleg gege
ven en getracht schrijver dezes
enige praktische kennis bij te bren
gen van het sleepbootwerk in en
om de W.F.-havens en dokken,
maar hij had het misschien even
goed kunnen nalaten. Door zijn in
structies kwam tenslotte onherroe
pelijk een eind aan de illusie van
uw weetgierige W.F.-nieuwsjager
om zich - als het onverhoopt no
dig zou zijn - te melden voor onze
sleepbootdienst. In examencijfer
uitgedrukt zou zijn opgedane ken
nis beloond zijn geworden met
een dikke 4. En waarom?
De schuld ligt niet bij de steeds
bereidwillige kapitein, die niet moe
werd vragen te beantwoorden, zelfs
zonder er om te lachen
o
Vóór dat opdracht no. 3 werd uit
gevoerd - het verhalen en indok-
ken van de „Esso Nederland"
(27000 ton) - is er even gelegen
heid geweest voor een praatje. Het
blijkt dat deze kapitein het water
al van zijn jeugd af goed kent.
Zijn vader was binnenschipper en
zoonlief zat in de vakanties altijd
aan boord. Ook de machinist kent