I X 1 K m tr jvF ESIflM A> «ff- A II stabe", dat letterteken betekent en ook staaf en het Nederlandse woord „boekstaven", „te boek stellen", „schrijven". En ze begrijpt, dat ze antwoord gekregen heeft op haar eerste vraag: het eerste boek was een beukenstaafje, waarin runen waren gekrast. „Waarom tekent u alleen verticale en schuine lijnen en waarom geen enkele horizontale streep?" vraagt ze verder. „In verband met de houtnerf, die geen waterpaslijnen toelaat." „Hebt u die runen zelf verzonnen?" „Vermoedelijk heeft een priester uit de dagen waarin Marbod, de hertog der Markomannen, in Bohemen een machtig rijk stichtte, de runen afgeleid uit be staande tekens, die door Romeinen en Grieken worden gebruikt." „Leert u dit runenschrift ook aan de kinde ren van uw stam?" De man lachte. „Alleen de wiche laars mogen het geheim van de runen kennen. Er gaat toverkracht van deze tekens uit. En het is niet goed voor het gewone volk de wil der goden te kennen zonder de tussenkomst van de magiërs." „Waarom gebruikt u niet liever papier?" De priester keek verbaasd, haalde zijn schouders op en zei: „Papier? Nooit van gehoord." En plotseling begon de spiegel te flikkeren, het beeld verdween en Vera zag een straat met hutten, in de verte een tempel en een poort, mannen met een lange vlecht en kleine wagens, voortgetrokken door een mens. „China," mompelt ze. Op de treden van een tempeltrap zat een grijsaard. Met een fijn penseei tekende hij ingewikkelde figuren op een zijdeachtig weefsel. „Ik ben Ts' ai Lun," zei hij, toen Vera vroeg wie hij was. „Lang voor Christus' geboorte schreven de mensen van mijn volk, voor zover ze tot de klasse der geleerden behoorden, op bamboebladeren. Ze krasten hun karakters, die hele woorden voorstellen, op die bladeren met een gloeiende stift; later namen ze dunne bamboeplankjes en regen die tot boeken aan elkaar. Maar die boeken werden zo zwaar dat ze niet meer te hanteren waren. Toen penseelden ze de woordtekens op zijde, praktisch, maar duur! Ik ben de uitvinder van een andere methode: zijdeafval week ik in water en ik sla de harde vezels weg. Door een filter van bamboe laat ik het water verdwijnen en dan blijft er een laag van plantenvezels over, die, als ze gedroogd is, uitstekend gebruikt kan worden om op te tekenen." „Maar waarom doet u niet net als wij? Wij hebben voor bijna elke klank een afzonderlijk teken, in het geheel zesentwintig. U hebt een teken voor elk woord, dat zijn er honderden en honderden." Ts' ai Lun keek verbaasd op. „Tekens voor klanken? Nooit van gehoord Weer verdween het beeld. En nu verscheen in snel tempo een reeks van landschappen en mensen. Eerst een rivier in Afrika. Krokodillen, nijlpaarden, ibissen, Deze plant heet papyrus K\Xt en er ontstonden tekens die op draadnagels leken is de Domoor die alsmaar vergeet dat, wie nooit leest, later ook nooit iets wéét. India: er werd en wordt geschreven op palmbladeren

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1960 | | pagina 31