Uit de oude doos (16) - Hr Ms Torpedobootjager Witte de With
Bouwnummer 308
HE
NIEUWS 14
Op een in 1924 door de Regering uitgeschreven prijsaanvrage aan bekende scheepswerven in verschillende landen
voor Torpedobootjagers voor de Koninklijke Marine, kwamen diverse ontwerpen en offerten binnen.
Met de bekende en op het gebied van dit type schepen gespecialiseerde werf van Yarrow Co. Ltd. werd een
overeenkomst gesloten, welke inhield, dat behalve de nodige tekeningen, ook technische assistentie geleverd zou
worden.
De bouw van het eerste schip, de ,,De Ruyter" (later omgedoopt in „Van Ghent") werd opgedragen aan de Kon.
Mij. „De Schelde", te Vlissingen.
De constructie van de drie volgende, „Evertsen", „Piet Hein" en „Kortenaer", aan Burgerhout's Machinefabriek en
Scheepswerf te Rotterdam.
De vijfde en zesde jager, de „Van Galen" en de „Witte de With" werden bij Fijenoord gebouwd en de laatste twee
„Banckert" en „Van Nes" weer bij Burgerhout.
De „Witte de With" werd in 1927 op stapel gezet en op 20 februari 1930 in dienst gesteld.
De standaard waterverplaatsing bedroeg 1316 ton, de lengte 98,1 m, breedte 9,50 m en diepgang 3,m.
Bij een vermogen van 31.000 APK was de gecontracteerde snelheid 34 mijl. Deze werd, evenals bij de zuster
schepen, niet onaanzienlijk overschreden.
Het schip was bewapend met 4 kanons van 12 cm, 1 kanon van 7,5 cm en 4 mitrailleurs van 40 mm tegen lucht
doelen, 4 mitrailleurs van 12,7 mm en 1 mitrailleur No. 4 l.k.
Twee drieling torpedokanons voor torpedo's, met een diameter van 53 cm en twee lanceer-inrichtingen voor diepte
bommen completeerden de bewapening. Bovendien kon een licht verkennings (water) vliegtuig meegevoerd worden.
Hr.Ms. „Witte de With" heeft na de indienststelling steeds dienst gedaan in de wateren van het toenmalige Ned.
Oost Indië.
Op 7 december 1941, toen Japan op verschillende punten in de Pacific tot de aanval overging, was de „Witte de
With" op zee.
Zij vormde toen met haar zusterschip „Kortenaer" groep I der Divisie Torpedobootjagers.
De schepen bevonden zich in gezelschap van de kruiser „De Ruyter" met enige torpedobootjagers en onderzeeboten
in de buurt van de Kleine Soenda-eilanden.
Van de zeven toen nog beschikbare jagers van deze Admiralen klasse (de „Van Galen" was bij de strijd om Rotter
dam verloren gegaan) waren zes in dienst, nl. drie groepen van twee. De zevende jager was in reserve en onderhoud.
Toen de „Van Ghent", die op dat moment in onderhoud was, later in dienst kwam, verving dit schip de „Witte
de With" in groep I.
Op 15 februari 1942 liep Hr.Ms. „Van Ghent" in de Gaspar Strates op een rif en ging verloren. De bemanning
werd door een zusterschip overgenomen en naar Soerabaja gebracht, waar zij overging op de „Witte de With".
Het schip behoorde daarna tot de z.g. Eastern Striking Force, die op Soerabaja was gebaseerd en maakte deel uit van
Hr. Ms. Torpedobootjager „Witte de With"
