DE GROTE GEBEURTENIS
(^NIEUWS
6
Het aanbrengen van dubbele bodemtank, topbeplaling en eerste
huidspanten
moeilijke platen, zoals de schoenplaat van de voorsteven,
waarvoor dan ook een nieuwe werd gemaakt. Aan het achter
schip moest nog al wat gerepareerd worden, terwijl de hoofd
machine eveneens onder het mes ging.
Was de practische uitvoering van deze
reparatie ongebruikelijk, het zakelijk ge
deelte deed hiervoor niet onder.
De reparatie werd namelijk op regiebasis
uitgevoerd, waarbij zoals eerder vermeld
de United States Shipping Board groten
deels het nodige materiaal leverde.
Deze overeenkomst hield in, dat de reke
ning werd gebaseerd op de werkelijke
verloning en materiaalboeking voor dit
schip en dat de U.S. Shipping Board con
trole mocht uitoefenen op de gang van
zaken.
Een commissie van ongeveer acht Ameri
kanen onder leiding van Mr. Ray hield
Z ou er al een vastomlijnd oordeel te geven zijn
over de vrije zaterdag? Deze vraag zat ons al
enige tijd dwars en wie zouden er beter antwoord
op kunnen geven dan onze werknemers zelf?
Een aantal, dat wij de vraag stelden, wist er inder
daad al iets over te zeggen en was van oordeel,
dat het voor de werknemers een grote stap vooruit
is, welke niet genoeg te waarderen valt. Vooral
in de zomermaanden verwachten velen er nog meer
van, als - zo zei er een - ,,als er tenminste in 1961
weer eens een zomer op het winterprogramma
staat."
Een bijna 60-jarige ijzerwerker ziet het zo:
„Ik geloof niet, dat er velen onder de duizenden
vrije-zaterdag-genieters zijn, die met deze uitbrei
ding van vrije tijd geen raad weten. En zouden
er toch nog enkele van zulke vreemdsoortige men
sen bestaan, dan wisten die voorheen met de za
terdagmiddag en de zondag al geen raad. Ik voor
mij heb thuis altijd wat te doen en ben blij, dat
er deze vrije en onbezorgde ochtend is bijgekomen.
Je moet er vanzelfsprekend iets voor overhebben.
Een wat langere werkdag en dezelfde totaalpro
ductie. Dit zijn geen onoverkomelijke dingen."
Een optimistische koker zegt:
„Man, 'tis bijna even mooi als vakantie, misschien
nog wel iets fijner, want vakantie heb je maar één
maal in het jaar en vrije zaterdagen volop."
Jonge kantoorbediende:
„Uitslapen op zaterdag? Integendeel! Iets vroeger
op, een uurtje lekker lopen „klungelen en négligé".
Maar zodra het wat opzomert dan wordt het pas
goed. Ik ben een liefhebber van fietsen. Wat denkt
u van een ochtendritje buiten de stad? Heerlijk!
Ik noem de vrije zaterdag een kostelijk bezit."
Een bijna 65-jarige meent:
Alhoewel ik nu al veel verbeteringen voor ons
heb mogen medemaken, ben ik t.o.v. de vrije
zaterdag toch nog te vroeg geboren. Waarom is
die niet veel eerder gekomen? Enfin, over enkele
maanden hoop ik nog meer vrije tijd te hebben.
En ik weet er heus wel raad mee. Voor hen,
die jong zijn, is het prachtig."
Een zeer jonge man, die vooruit wil:
„Ik studeer 's avonds en nu is de vrijdagavond één
van de prettigste avonden geworden. Voorheen
kon ik niet te laat naar bed gaan, want ik moest
's zaterdagsmorgens weer op tijd present zijn. Nu
kan ik er - na de studie - wel eens een latertje van
maken. Ik kan mijn vrienden eens wat meer bezoe
ken en dan is het prettig als men niet op een uur
tje behoeft te kijken. En na de vrijdagTwee hele
dagen voor jezelf. Heerlijk!".
Een ontevredene meent:
„Dat „nachtelijk beginuur" went nog niet zo best.
Ik hoop, dat het veranderen zal, maar twijfel er
aan. Ik ben nl. een beetje ochtendziek. U begrijpt,
dat ik van de vrije zaterdag dus druk gebruik
maak om „iets" goed te doen en wel: uitslapen,
meneer, uitslapen! Om 8 uur nog eens omdraaien,
goed gaan liggen en verder zagen. Zo wil het
nog wel eens gebeuren, dat ik zonder dat nare
kwaaltje opsta
Iemand, die zich tekort gedaan voelt:
„De vrije zaterdag! Fijn! Prachtig! Geen slecht
woord er voor. Maar dat wij nu die éne vrije mid
dag van voorheen kwijt zijn, vind ik niet leuk.
Maarik wen er wel aan, hoor!"
Een kantoorman:
„Ik wacht maar eerst de zomer af. 's Winters zo
vroeg(!) beginnen is niet leuk. En went men daar
wel aan, vraag ik mij af? Ik begrijp heel goed,
dat men er iets voor moet overhebben, want „niets
voor niets" is nog altijd een waar gezegde. Na de