Hoe draait de
BEDRIJFSSCHOOL-NIEUWS
^NIEUWS
18
U vindt het ongetwijfeld interessant om te weten,
hoe het nu eigenlijk toegaat op onze Bedrijfsschool.
Daarom, beste lezer, nemen we u mee op een
wandeling door het schoolgebouw en op de plaat
sen waar we even kunnen uitrusten van de ver
moeienissen zullen we u het een en ander vertellen.
Bij het binnenkomen van de school ziet u voor u
een lange gang. Aan de ene zijde van deze gang
zijn de vijf was- en kleedlokalen, aan de andere
kant de vijf praktijkhallen. Om nu een begin met
onze rondleiding te maken, gaan we eerst naar
de laatste hal. Daar werkt en leert het
„Voorbereidend Leerjaar".
Het woord zegt het al, hier worden de leerlingen
voorbereid. U vraagt meteen „waarvoor?"
Maar niet zo haastig, loopt u eerst maar naar die
grote werktafel met die draaistoeltjes. Gaat u zit
ten, dan zullen we u nu iets gaan vertellen.
In dit Voorbereidend Leerjaar zitten jongens, die
eerst onderricht gehad hebben op de Lagere School
en daarna op de V.G.L.O.-school.
Ook vindt u hier knapen, die na 1 of 2 moeilijke
jaren op de M.U.L.O. besloten hebben in de tech
niek hun carrière te maken.
Welnu, deze jongelieden gaan zich in dit leerjaar
voorbereiden op een keuzevak:
Ijzerwerken,
Plaatwerken,
Koperslaan of
Vormen.
Om de handvaardigheid aan te leren krijgen ze
ondermeer les in handenarbeid. Deze omvat zo
wel klei en hout, als het smeden, soldéren en
schilderen. Ze behoeven natuurlijk geen smid te
worden, maar ze dienen te weten, dat als je ijzer
verhit, je er iets mee kunt doen, namelijk het in
een vorm slaan, die je wilt hebben.
Zo gaan ze hun wil opleggen aan het materiaal.
En dit gebeurt met klei en met steen, met plaat
en met koper.
Door het aanleren van al deze handvaardigheden
leert de jongen zijn handen gebruiken.
In de theorie-lessen wordt hem over materiaal en
gereedschappen verteld.
Daarnaast gaat hij verder met rekenen, taal en na
tuurkunde.
Op het lesrooster staat ook het vak Engels, want
als je op een scheepswerf werkt, kun je met Neder
lands alléén niet altijd terecht.
Dat het tekenen een grote plaats inneemt behoe
ven we eigenlijk niet te vertellen.