PLEZIER NA HET WERK
21
(^NIEUWS
,.En maar ran gen I
Onze werknemer, de heer H. van der Velde, is
een liefhebber van de hengelsport. Reeds als 10-
jarige knaap gebruikte hij de Schie als operatie
terrein: visjes vangen met de klomp! Het ge
vaarlijke van deze manoeuvres zag hij niet in en
waarschuwingen sloeg hij in de wind. Zelfs het
dreigement van de passerende „meester" - „ik zal
jou nog eens kopje-onder duwen" - hielp niets.
Henk blééf visjes vangen endoet het nü
nog. Tegenwoordig echter gebeurt het vakkundig
en wetenschappelijk. Hengel, haak, snoer en aas
zijn aan de moderne tijd aangepast. Wie iets op dit
terrein wil leren, kan bij deze hengelaar terecht.
Sedert de oprichtingsdatum van de afdeling Hen
gelsport van onze Personeelsvereniging is hij lid
en in andere verenigingen staat hij ook al tiental
len jaren op de ledenlijst. Hij is een sportvisser
die zijn hobby intens beoefent en er plezier in
heeft.
„Ik beoefen de hengelsport uitsluitend uit spor
tieve overwegingen. Niet om de vis, die ik vang,
want de meeste gaan direct na het vangen weer te
water, ingevolge het naleven van de sportvissers-
leuze: zet de vis terug in het water voor later.
Vissen in de vrije natuur is een vorm van vrije
tijdsbesteding, waardoor men nieuwe energie op
doet. Of dit nu komt door de omgeving of door
het hengelen, weet ik niet en dit doet er ook niet
toe."
Over de toekomst en de mogelijkheden van de
sportvisserij in Nederland is deze hengelaar wat
pessimistisch gestemd en wel naar aanleiding van
de waterverontreiniging en daaruit voortvloeiende
achteruitgang van de visstand in grote delen van
het Nederlandse watergebied.
„Wij, sportvissers, waken zelf wel voor de in
standhouding van goed viswater en een goede vis
stand. Er worden nl. duizenden kilo's vis in recrea
tieoorden en cultuurwateren uitgezet, maar de toe
nemende vervuiling van het water maakt het ons
wel erg moeilijk. Deze verontreiniging is de grote
vijand van de visserij. Wij zijn niet blind voor het
feit, dat onze industrie expansieruimte nodig heeft
en wij aanvaarden dit als een „voorrangskwestie".
Wij houden echter veel van onze hobby en wij
blijven er met woord en geschrift voor ijveren.
Sommige doktoren wijzen op de waarde van de
hengelsport als recreatieve bezigheid en misschien
is dit nog wel eens van invloed bij het oplossen
van onze moeilijkheden. Bij de behandeling van de
Rijksbegroting 1961 is het punt waterverontreini
ging inmiddels weer behandeld."
Ook in andere opzichten heeft deze tak van vrije
tijdsbesteding zich aan de moderne tijd aangepast,
want vele verenigingen doen regelmatig mede aan
liefdadigheidsconcoursen van uiteenlopende aard.
Tenslotte is de heer Van der Velde van mening,
dat de vrije zaterdag voor de sportvisserij bizonder
prettig is.