Technische proeftochten 3 (^NIEUWS Naar aanleiding van enkele gestelde vragen over de beide proeftochten (20 en 22 tot en met 24 februari) werd ons het onderstaande verhaal verstrekt. „Het is mij op beide proeftochten wel duidelijk geworden, dat de aan boord aanwezig zijnde technici zeer tevreden waren over de gedragingen van schip en machine. Ook al is men leek dan is het waarnemen van al de proeven tijdens zo'n tocht een interessante belevenis. En er zijn er genoeg: anker-, stuur-, snelheidsproef om er enkele te noemen. De snelheidsproeven nemen nogal wat tijd in beslag. Vóór de machine op volle toeren gaat draaien, duurt wel even. Is dat eenmaal het geval en er volgen de commando's „stoppen" of „volle kracht achteruit", dan blijkt wel, dat een gevaarte van 32.000 ton, volle kracht vooruit varende, maar niet direct gestopt ligt. Hier kan zelfs de leek conclusies trekken, als het „stop-volle kracht achteruit" eens werkelijk nodig zou zijn. Bij deze proeven kan hij zich een voorstel ling maken van de gevolgen als twee van dergelijke gevaarten een aanvaring hebben. Wat de accommodatie betreft, mag ik wel zeggen, dat deze prima is. Iedereen aan boord heeft zijn eigen hut. Het ziet er daar gezellig en comfortabel uit, al is het vanzelfsprekend, dat bijvoorbeeld de hut van de hoofdmachinist anders en gerieflijker is ingericht dan die van de matroos. In het hart van de „Caltex Naples" de machine kamer is het, ondanks het lawaai, interessant èn voor de vakman èn voor de belangstellende leek. De machtige machines geconstrueerd door de in verhou ding kleine mens, gehoorzamen aan ieder bevel. Technici meten, registreren en nemen waar, maar vinden altijd nog wel even tijd om een nieuwsgierige leek een en ander te vertellen over hun troetelkind. Zij moeten mij echter niet kwalijk nemen, als ik bij zeer ingewikkelde uitleggingen - ook wel eens gedaan heb, alsof ik er verstand van had en hen be greep Niettemin blijf ik hen dankbaar. Tijdens de tocht hebben wij nog contact gehad met een Shell-tanker, die eveneens op proeftocht was en in de loop van de morgen van de laatste proeftocht dag werden wij gealarmeerd, omdat op pl.m. 50 mijl afstand een brandend Noors schip lag. De „Caltex Naples" behoefde er echter niet heen, daar er reeds enige sleepboten in de buurt waren. Achteraf bleek, dat alles nog al goed is afgelopen en het schip naar een Engelse haven is gesleept. Kans om zeeziek te worden is er niet geweest. Op 20 februari was het zeer mistig op zee, maar de andere drie dagen was er veel zon. De zee was spiegelglad. Het beetje regen op de 24e februari kon de goede stemming aan boord niet veranderen. De afgelegde route van het schip zou ik willen aan duiden als: van beneden naar boven en van boven naar beneden althans volgens de begrippen van een landrot. En toch voelt men zich, als men een maal aan boord en zich op zee bevindt, haast een echte „zeeman". Misschien dat het kalme weer en de gladde zee deze gedaanteverwisseling in de hand werkt, want hoe het zou zijn met slecht weer, daar kan ik slechts naar gissen. Al met al waren deze beide tochten genoeglijke zee reizen, alhoewel er door velen aan boord af en toe hard moest worden aangepakt. Dit deed echter aan de goede stemming geen afbreuk. En hiermede hoop ik aan het verzoek om een kort verhaal te hebben voldaan. C. K.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1961 | | pagina 5