5 jaar
ondernemingsraad
W.F.
(^NIEUWS
De nieuwe hamer
gezond verschijnsel, zolang zij is afgestemd op de
realiteit en men niet generaliserend alles
zwart-wit wenst te zien. Tenslotte wees hij op de
grote en verantwoordelijke taak van een onder
nemingsraad: het medehelpen opbouwen en in
standhouden van een goede bedrijfsgemeenschap.
„Wij moeten ons nu en in de toekomst bewust
zijn van onze grote verantwoordelijkheid tegen
over al onze bedrijfsgenoten."
Hierna voerde de secretaris het woord, die consta
teerde dat de O.R., weliswaar nog dikwijls een
onbegrepen instituut is, maar dat er in de afgelo
pen vijf jaren toch wel degelijk positief werk door
dit college is verricht.
Spreker vergeleek de jonge O.R. met een zeer
jong mens, het kind, dat wel eens dingen doet,
die niet juist zijn. Zoals het kind heeft ook de
O.R. tijd nodig om te leren. Daarbij heeft de Raad
niet alleen te maken met zijn voorzitter, maar ook met
de diverse „Ooms", die weieens waarschuwend hun
stem verheffen en zeggen: „Geef dit jonge kind
niet te veel." Naar de overtuiging van spreker
is de O.R. erin geslaagd om in verschillende com-
In bewondering.
Op 23 maart jl. kwam de Ondernemingsraad in een
gewone vergadering bijeen. Nadat de agenda was
afgehandeld, herdachten de leden het feit, dat hun
college thans vijf jaar bij ons bedrijf bestaat.
In zijn toespraak herinnerde de voorzitter aan de
min of meer sceptische houding, die in het alge
meen tegenover deze verplicht ingestelde raden
bestond. Met het instellen alleen was men er in
de praktijk natuurlijk nog niet.
De raden moesten hun bestaansrecht zelf aantonen.
Ook bij ons bedrijf was daarvoor begrip nodig, een
begrip, dat van verschillende kanten moest komen.
Zo iets valt niet in korte tijd te verwezenlijken.
„Wij als O.R. hebben ook nu nog niet overal
die erkenning, welke wij nastreven. Zonder twij
fel echter zal de komende generatie in al haar
geledingen meer begrip hebben voor ons werk. Bij
het overleg dat binnen het bedrijf heeft plaatsge
vonden over de invoering van de werktijdverkor
ting is gebleken, dat een gezamenlijke aanpak van
een dergelijk groot en ingrijpend probleem, zeer
wel mogelijk is."
Vervolgens sprak de voorzitter over de kritiek als