Kantjil is de tijger te slim af S. FRANKE: Kantjil, het slimme dwerghertje, had het weer eens met de tijger aan de stok. Eerst had hij hem een karbouwe bolus laten opeten en ook had hij hem wijsgemaakt, dat hij met de sawahslang kon hoepelen. Die karbouwepan- nekoek smaakte afschuwelijk en de sawahslang had zich om zijn lijf geslingerd en hem bijna doodgeknepen, want de sawahslang is zeer sterk. Geen wonder dus, dat Tijger Kantjil achterna zat. Kantjil wist dat heel goed. Daarom zocht hij bescherming op een omgewaaide boom, die midden tussen een groep hoge struiken met scherpe stekels terechtgekomen was. Zie zo, daar zat hij veilig, dacht hij. Als Tijger hem wilde hebben, moest hij hem maar komen halen, als hij durfde. En Tijger durfde. Er suisde iets door de lucht, ssssjjjoem en daar kwam hij neer, vlak voor Kantjil in zijn dorens. ,,Ha! daar heb ik je eindelijk, rakker, schelm die je bent. Nu zul je er aan geloven! BrrrulJij denkt zeker maar van alles met me te kunnen doenKom hier, dan zal ik je opvreten „Ik ben dadelijk tot uw beschikking, grote Heer, maar luistert u eerst toch eventjes naar de heerlijke muziek van Ngabi Solimans fluit!" „Wat zeg je, de fluit van Ngabi Soliman?" „Zeker Heer, de grote tovenaar heeft me opgedragen, het heerlijke instrument voor hem te bewaken. Hoort u niet de wegslepende muziek?" „Muziek, muziek, ik ben dol op muziek, Kantjil, maar ik hoor het bijna niet." „Dat komt, omdat er op het ogenblik geen wind genoeg staat Edele Heer. Straks, als de avond valt, begint het." „Ik zou het wel graag horen, Kantjil." „Mag eigenlijk niet, maar omdat u het bentProbeert u maar door de stekels heen te kruipen tot aan die twee bamboestengels, ziet u ze?" „Die dikke, bedoel je?" „Juist, Edele Heer, u ziet, ze groeien vlak naast elkaar. U moet proberen daar uw tong tussen te wurmen. En als u dat lukt, moet u wachten tot de wind komt." „En dan, Kantjil?" „Dan begint de muziek, Edele Heer. Maar „Wat is er nu weer te maren?" „Ik zei u reeds, dat Ngabi Soliman mij aanstelde als be waker van zijn fluit; dus u begrijpt „Ik begrijp niks. BrrrrulLaat me mijn tong tussen die dikke stengels steken, Kantjil, want ik kan niet zonder muziek, vooral niet in de avond; dan houdt mijn vrouw er ook zo van. Toe, lieve, kleine Kantjil, laat me voor deze ene keer, dan zal ik je niet opvreten." „Het moet dan maar, omdat u het bent, maar u verraadt me niet hoor!" En daar wrikte Tijger met zijn klauw de stengels wat vaneen en stak zijn tong daartussen. En ging geduldig zitten wachten, tot de wind zou komen, die de stengels langs elkaar zou doen schuiven en zodoende de tong zou afknijpen. Kantjil was zeer tevreden over zichzelf en huppelde het bos in op zoek naar verdere avonturen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1961 | | pagina 35