In Bokkedorp.. Jac. van der Ster In Bokkedorp zijn dieven. Die stelen wat ze blieven. Uit alle tachtig huizen die er staan. Ze stelen alles, los en vast, Wat in hun dievenkraampje past, En niemand ziet ze komen, niemand ziet ze gaan. Toen zei de kommissaris: Ik vind dat dat te raar is! Hij bulderde en riep de inspekteur: 't Moet uit zijn en van morgen af Krijgt elke dief een strenge straf. Je zet maar een agent bij elke deur! Zo stonden dan die tachtig Agenten daar eendrachtig Te loeren op de dieven (door het raam). Liepen er mensen door de straat, Dan brulden ze: Halt! Werda! Staat! Handen omhoog! Je naam! De mensen zeiden: Jansen, Of Piekepoot, of Fransen. En daarna zei de kommissaris bars: De dieven zijn vertrokken. Ze zijn zich doodgeschrokken. Alle agenten naar huis...! Ingerukt... mars! Toen de agenten sliepen Wie denk je dat daar liepen. Daar door die stille, onbewaakte straat? Wie liepen daar op sokken, En sleepten met de brokken? Welzeker, al die dieven, met hun maat! In Bokkedorp zijn dieven, Die stelen wat ze blieven, Uit alle tachtig huizen die er staan. Ze stelen alles, los en vast. Wat in hun dievenkraampje past, En niemand ziet ze komen, niemand ziet ze gaan... Enzovoort.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1961 | | pagina 28