5 (^)NIEUWS medewerker, die lief en leed met de „Zaandam" deelde, vele gege vens over de reizen en de uitein delijke ondergang van het schip. Op de uitreis, enige dagen voor de aankomst te Kaapstad, ontving men aan boord bericht, dat ons land door Duitse troepen was over vallen en later dat Rotterdam was gebombardeerd, gevolgd door de capitulatie van Nederland. Nadat men Zuid-Afrika achter zich had gelaten begon de bemanning de bovenbouw van de „Zaandam' grijs te schilderen. Na enige reizen werd de dienst gewijzigd in Batavia-San Francisco, vice-versa en in verband met de beperkte mogelijkheid tot bunke ren de dienstsnelheid van het schip verminderd tot 15 knoop. Dit nam niet weg, dat in noodge vallen de maximum snelheid van ongeveer 19 knoop werd gelopen. Toen het onderzeebootgevaar toe nam, werd de scheepvaart naar Java geleid tussen het Great Bar rier Reef en het Australische vaste land en bij een van deze door vaarten liep de „Zaandam" op een niet op de kaart aangegeven rif. Via een lek in bakboord kim stroomde veel water de machine kamer binnen en ondanks het feit, dat alle beschikbare pompen wer den bijgezet, bleef het water lang zaam stijgen. De „Zaandam", die naar bakboord scheefviel, ging ten anker. Met man en macht werd getracht het lek te dichten. Tot dit doel liet men in zeildoek gewikkelde zakken zand op de plaats van het binnenstromende water zakken. Zware kettingen en stukken ijzer dienden om wegspoelen van de afdichting te voorkomen. Op deze wijze gelukte het 't bin nenstromende water in zoverre onder controle te krijgen, dat de pompen aan de winnende hand kwamen en het waterniveau in de machinekamer geleidelijk zakte. Men verzocht de zich in de buurt van het geankerde schip bevinden de parel- of sponsduikers een kijk je onder water te nemen. Gedurende deze bezigheid ver scheen Hr. Ms. kruiser „Java" aan de horizon. De door dat schip aangeboden hulp werd met open armen geaccepteerd. Duikers van het oorlogsschip stelden een on derzoek in en maakten zich ver dienstelijk door met houten plug gen nagelgaten, waaruit de nagels gesprongen waren te dichten en met keggen en werk de geopende huidlanden en scheuren af te stoppen. Met behulp van een vlet van de „Java" werd zand van een naburig eiland gehaald en naar de „Zaan dam" vervoerd, waarna in de prac- tisch droog gepompte bakboord vulling van de machinekamer een cementkist werd geplaatst. De noodreparatie bleek zo effec tief te zijn, dat men drie of vier weken later, pas na het lossen van de lading in diverse havens, de „Zaandam" in het dok plaatste. Een ander voorval, dat aan boord plaats vond, was het uitbreken van brand in een lading kapok in de schacht van Ruim 3 bij het ver trek uit Tandjong Priok. Men ging onmiddellijk ten anker en zette de koolzuur-brandblusinstal- latie in werking en hield het staal- werk van dit ruim, voor zover dit bereikbaar was, door middel van waterstralen koel. Bijna een week lang werd de brand op deze wijze onder controle gehouden. Uit een aantal steden op Java werden flessen koolzuur aangevoerd om de aan boord aan wezige voorraad gas op peil te houden. Het mocht op deze wijze gelukken de overige, voor de oorlogvoering zo belangrijke lading te behouden. De „Zaandam" lag in San Fran cisco toen de strijd in de Pacific ontbrandde en bij aankomst in de Archipel waren de havens van Batavia en Soerabaja reeds niet meer veilig. Om die reden werd het schip naar Tjilatjap aan de zuidkust van Java gedirigeerd. Deze kleine haven was echter niet berekend op de aanvoer van een grote hoeveelheid lading. De „Zaandam" lag drie weken binnen toen plotseling de order kwam met de meeste spoed te ver trekken in verband met het bin nenlopen van de „Langlee". Dit Amerikaanse vliegtuig-trans- portschip had enige dozijnen „Kittihawk" jachtvliegtuigen en bijbehorend vliegerpersoneel aan boord. Haar kostbare lading moest redding brengen aan de zwakke verdediging van Java. Een uur na het ontvangen bericht stoomde de „Zaandam" de Indi sche Oceaan op. De volgende morgen kreeg men opdracht naar Tjilatjap terug te keren. Nauwelijks had men de te rugreis aanvaard of er verschenen 3 Japanse vliegtuigen, die onmid dellijk een aanval op de „Zaan dam" deden. Gedurende het laatste verblijf in Amerika waren twee luchtdoelka- nons aan boord geplaatst en de ka nonniers wisten onder aanmoedi ging van de gezagvoerder, die met luide stem vanaf de brug aanwij zingen gaf, de vijand op een vei lige afstand te houden, zodat de ongeveer negen afgeworpen bom men hun doel misten. Zonder verdere bijzonderheden

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1961 | | pagina 7