HET WORDT VOL OP AARDE
15
(^NIEUWS
We leven in een wereld vol problemen. En som
mige van die problemen zijn zo groot, dat we ons
er liever maar niet mee bemoeien. Want, zoals ze
wel eens zeggen, je wordt er alleen maar ellendig
van. Maar het kan soms zijn, dat je er ineens
tegenaan loopt. En dan ga je aan het denken. Je
vraagt jezelf af: hoe zit dat eigenlijk? Als dat waar
is, wat daar beweerd wordt, waar gaan we dan
naar toe?
Als dat waar is, dan zitten we ons dus eigenlijk druk
te maken om alle mogelijke kleine dingen van de
dag, terwijl er veel grotere belangen aan de orde
zijn.
Een van die heel grote problemen, waarmee de
mensheid zich eigenlijk nog veel te weinig bezig
houdt, is het vraagstuk van de toeneming der we
reldbevolking. Dat is op de keper beschouwd veel
belangrijker dan bijvoorbeeld ,,de tegenstellingen
tussen Oost en West" of „het vraagstuk van de
ruimte in Nederland".
Zullen we het er eens over hebben? Maar u moet u
wel even goed vasthouden. Er komen nogal wat
cijfers aan te pas. En wat die vertellen is eenvoudig
verbluffend. Daar gaan we dan.
We leven tegenwoordig in een periode waarbij
de bevolking over de hele wereld als geheel geno
men, zich in ongeveer veertig jaar verdubbelt.
Men neemt aan, dat er op het ogenblik ongeveer
2750 miljoen mensen op aarde zijn. Als de ontwik
keling op dezelfde wijze doorgaat, zullen dat er
omstreeks het jaar 2000 dus ongeveer 5H miljard
zijn. Dat geeft te denken! Het zijn conclusies,
waartoe de kenners van bevolkingsvraagstukken
zijn gekomen op grond van de cijfers, welke door
de organisatie der Verenigde Naties worden ver
zameld.
Over de bevolkingsdichtheid in vroeger tijden weet
men niet al te veel. Wel hebben er in vele rijken
sinds lang voor de Christelijke jaartelling al volkstel
lingen plaats gehad, maar men moet met die schaar
se gegevens natuurlijk voorzichtig zijn. Een ding staat
wel vast, dat er vroeger veel en veel minder mensen
op aarde leefden. Over latere perioden zijn door ver
schillende geleerden berekeningen gemaakt.
Prof. mr. F. de Vries heeft in de Winkler Prins in
een artikel over bevolking vermeld, dat men
aanneemt, dat er omstreeks 1650 ongeveer 545 mil
joen mensen waren. In 1800, dus 150 jaar later, zou
dit aantal gestegen zijn tot 906 miljoen; in 1850
dus weer 50 jaar later, tot 1170 miljoen. Dat zou dus
betekenen, dat het 200 jaar had geduurd voordat
de wereldbevolking zich had verdubbeld. Maar in
de 19e eeuw is ineens een veel snellere ontwikke
ling begonnen; in 1900 waren het er al 1600 mil
joen geworden en in 1940 stond men op 2170
miljoen.
Nederland is bij die ontwikkeling niet achtergeble
ven. Men neemt aan, dat er omstreeks 1600 1 mil
joen mensen in ons land woonden. In 1850 was
onze bevolking gestegen tot ongeveer 3 miljoen
zielen; thans hebben wij er zoals men weet bijna
12 miljoen.
De reden voor de stormachtige ontwikkeling van
de wereldbevolking in de laatste honderd jaar is
wel duidelijk. De levenskansen voor de mensen
zijn overal op aarde groter geworden. De sterfte op
jongere leeftijd nam af; het aantal geboorten nam
toe.
Dit is zonder twijfel voor een belangrijk deel te
danken aan de Westerse geneeskunst en gezond
heidszorg, die zich van Europa uit overal over
de wereld verspreidde en aan de toegenomen wel
vaart, eveneens van het Westen uit.
Vroeger was het aantal geboorten in vele onont-