bij Amerongen
NIEUWS
Wij waren op 30 augustus, onder goed geleide
van de heer W. G. E. Valk, midden onder de voor
bereidingen van de „trektocht met onbekende be
stemming" het kamp komen binnenrijden. Niette
min was de ontvangst hartelijk en „onder de koffie"
hadden wij gelegenheid het een en ander te vragen.
In 5 groepen, elk van 6 jongens, zou het kamp die
middag tussen half twee en twee uur vertrekken,
om met volledige bepakking (tent, deken, regen
kleding, eten en drinken, enz.) een trektocht te
voet te maken, die uiteindelijk in Lunteren op een
bepaald kampeerterrein zou eindigen. Route en
eindpunt waren beschreven in een verzegelde enve
lop, die op een bepaald punt door de ploegleider
mocht worden geopend.
Voor deze tocht golden verschillende voorschrif
ten o.a.: juiste route, geen gebruik maken van an
dere vervoersmiddelen dan de eigen „benenwagen".
Bij aankomst op het eindpunt wordt de tent opge
zet en wordt overnacht. De volgende dag terug
naar Amerongen, waar de jongelui tussen 1 en 2
uur 's middags weer verwacht worden.
De kampstaf bemoeide zich nergens mee, maar con
troleerde vanzelfsprekend een en ander.
De haast abnormale temperatuur had op de eetlust
van de kampbevolking geen nadelige invloed. Vak
kundig schepte de heer Van der Bend de borden
vol en vakkundiger nog verdween de prima „warme
hap" in de grage magen.
Na de maaltijd, toen het kamp ontvolkt was en de
jongens langs de prachtige wegen hun opdracht
gingen vervullen, hadden wij gelegenheid om het
logboek in te zien, dat welwillend door de kamp
leiding was afgestaan.
Daarin stonden de verslagen van de ploegleiders
over hun belevenissen. Wij lazen het verslag over
de tocht naar het kamp: per fiets van Rotterdam
langs een van te voren vastgestelde route. In ver
schillende plaatsen werd een stempel gevraagd en
verkregen.
Tot in de finesses werden vele gebeurtenissen be
schreven. Ook over enkele excursies stond veel te
lezen; o.a. was een bezoek aan een automuseum
uitvoerig behandeld. Hoe daarbij naast het eigenlijke
doel ook de bijzondere bijomstandigheden werden
waargenomen, wordt duidelijk als men de volgende
zin leest, die de verslaggever uit de pen vloeide:
„In dit automuseum werden door iemand foto's
van een oude auto gemaakt, met een niet veel jon
gere juffrouw er naast, die daar vermoedelijk als