De nieuwe voetgangersbepalingen
(^NIEUWS
12
Sedert 1 november jl. moet het rij verkeer onbelem
merde doorgang verlenen aan voetgangers, die zich
op een Voetgangers Oversteekplaats (Vop) be
vinden.
Hiermede is de langverwachte bescherming voor
de voetgangers op alle oversteekplaatsen een feit ge
worden en is een eind gekomen aan de onbevredi
gende en verwarring stichtende toestand, waarbij
twee verschillende soorten voetgangers-oversteek
plaatsen bestonden.
De beoogde veiligheid voor de voetgangers zal
slechts worden verkregen indien
enerzijds het rijverkeer
zijn plichten t.a.v. de overstekende voetgangers
stipt nakomt (bestuurders van voertuigen doen er
in dit verband goed aan te bedenken, dat zij ook
op hun tijd voetganger zijn) en
anderzijds de voetgangers
begrijpen, dat zij van hun voorrechten op gepaste
wijze gebruik dienen te maken.
Hoe ziet de Vop eruit?
Een Vop wordt altijd aangegeven door zebra-stre
pen op het wegdek; de breedte van deze markering
moet minstens 2.50 meter zijn.
Buiten de bebouwde kom moeten bovendien knip-
perbollen aanwezig zijn.
Plichten van het rijverkeer.
Het rijverkeer moet voetgangers, die zich op een
zebrapad bevinden onbelemmerde doorgang verle
nen. Met het oog op het uitzicht mag binnen een
afstand van 5 meter vóór een Vop niet worden
stilgestaan (behalve natuurlijk om voetgangers
voorrang te verlenen!)
Uitzonderingen:
Politie, brandweer, ziekenauto's, uitvaartstoeten en
militaire colonnes zijn vrijgesteld van de verplich
tingen om voetgangers voorrang te geven. De eerste
drie alleen indien zij gebruikmaken van tweetonige
hoorn, bel of sirene of drietonige hoorn. De voet
gangers dienen bij nadering van een tot deze cate
gorieën behorend voertuig de Vop te verlaten.
Plichten van de voetgangers
Voetgangers, die de rijweg of een rijwielpad over
steken, dienen dit op voorzichtige wijze en zonder
nodeloze onderbreking te doen. Zij zijn verplicht
daarbij gebruik te maken van de Vop's; het is ver
boden om binnen 30 meter van een Vop over te
steken.
Uitzonderingen:
binnen 30 meter van een Vop mag wel worden
overgestoken om een openbaar vervoermiddel te
bereiken of het dichtstbijzijnde voetpad. Dit geldt
uiteraard alleen voor die zijde van tram of bus
waar men in- en uitstapt. Men mag ook binnen 30
meter van een Vop oversteken, indien men om bij
de Vop te komen eerst een andere straat zou moe
ten oversteken.
De hele regeling is afhankelijk van het onderling
begrip en de samenwerking van alle soorten weg
gebruikers.
Voor de voetgangers betekent dit dat zij:
voor het betreden van de zebra moeten stil
staan en moeten uitkijken naar links, naar rechts
en weer naar links en tijdens het oversteken
moeten blijven uitkijken;
er mee rekening moeten houden, dat het rijver
keer enige afstand nodig heeft om tot stilstand
te kunnen komen;
9 bij voorkeur moeten oversteken in groepen (die
op de zebra goed rechts houden!); onnodig één
voor één oversteken veroorzaakt nodeloos op
onthoud;
het rijverkeer op zijn tijd ook een kans moeten
geven; verkeersopstoppingen zijn óók voor voet
gangers onveilig.