Paulus moet Paulo, molto bene!" Hij werd opeens heel bedrijvig, haalde een groot pak spaghetti en een fles olijfolie uit zijn zak en begon ijverig met pannetjes te scharrelen. „Bah," fluisterde Gregorius, „mollebenen, die lust ik niet!" En Gregorius wilde al wegsluipen. „Molto bene betekent: heel goed," legde de Italiaan uit. Toen kreeg de dikke das toch trek in dat vreemde eten en hij ging vlak bij de pan staan. Ook Paulus verheugde zich erg op het eerste echt Italiaanse maal, dat hij van zijn leven zou etenHet rook werkelijk heerlijk. Maar het zag er merkwaardig uit. Lange, gele draden, glibberig van de olijfolie. Paulus begon zich juist af te vragen hoe je zoiets moest eten, toen de schoorsteenveger met een blij gezicht: „E pronto!" riep, drie borden vol schepte en meteen sma kelijk begon te happen. Paulus en Gregorius begonnen ook te happen, maar na de eerste hap merkten ze al dat het een hele kunst was om spaghetti te eten, bij de tweede hap konden ze hun vorken al niet meer los krijgen uit de ein deloos lange slierten en na de derde hap zaten ze grondig in de war. De Italiaanse schoorsteenveger was gauw klaar. Hij pakte zijn spullen, groette vriendelijk en vertrok al fluitend. En toen hij al drie bossen verder was, zaten Paulus en Gregorius nog altijd te zuigen en te slobberen en Gregorius zuchtte: „Geef mij toch maar liever mollebenen Op een goede morgen kwam er een vreemde kabouter het bos in wandelen. Hij had een zwarte jas aan en een hoge hoed op en hij rook verschrikkelijk naar roet. „Dat is een ratkapoeter," fluisterde Gregorius. Paulus probeerde zich nog gauw achter een struikje te verstoppen. Maar de vreemde ling had hem al ontdekt! „Buon giorno, Paulo!" riep de roetkabouter, „ik ben een Italiaanse schoorsteenveger. Mag ik je schoorsteen vegen?" „Het spijt me heel erg, meneer Buon Giorno," zei Paulus, „maar Gregorius is vorige week bij ongeluk door mijn schoorsteen gevallen en toen was de schoorsteen helemaal schoon en Gregorius helemaal vuil." „Zal ik dan Gregorius even vegen?" bood de Italiaanse schoorsteenveger opgewekt aan. „Die heb ik al geveegd, me neer Buon Giorno," verzekerde Paulus. „Ik heet niet Buon Giorno," lachte de schoorsteenkabouter, „buon giorno is Italiaans en betekent alleen maar: goeden dag." „Oh," zei Paulus, eh goeie morgen." „Dus je hebt niets voor mij te doen, Paulo?" vroeg de schoorsteenveger. „Nee," zei Paulus, „echt niet. Het spijt me heus heel erg!" „Mij niet!" lachte de Italiaanse kabouter, „ik wil wel eens wat anders doen dan schoorsteenvegen!" Dat bracht Paulus op een idee. „Misschien wilt u bij ons blijven eten?" vroeg hij hoopvol. Het leek Paulus opeens heel gewichtig om samen met een echte Italiaanse kabouter te eten. „Heb je spa ghetti?" vroeg de schoorsteenveger gretig. „Nee," zei Paulus, die helemaal niet wist wat spaghetti was. „Ik heb een lekker biefstukzwammetje en groene knolletjes en een paar plakjes eekhoornbrood De Italiaanse kabouter maakte afwerende zwaaibewegingen met handen en voeten. „Dat hindert niet," verzekerde hij, „ik heb wel spaghettiEn ik zal het zelf wel klaar maken, want ik weet precies hoe het moet. Molto bene, signore

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1962 | | pagina 27