Afscheid
oud-werknemers
op 17 april 1963
in de cantine van
het Hoofdkantoor te Schiedam
de overige evenals de vroegere torpedoboten door
triple-expansie machines. De N.S.M. te Amsterdam
kreeg opdracht voor de Z 1 t/m 4; de Kon. Mij „De
Schelde" voor de Z 5 en 6.
De „Z 7" en „Z 8" (bouwnummers 266 en 267)
werden volgens Engels ontwerp bij „Fijenoord" ge
bouwd en het waren degelijke schepen, die met de
hoge bak en de drie lage schoorstenen niet tot de
fraaiste eenheden van de oorlogsvloot gerekend
konden worden.
Zij werden veel voor opleidingsdoeleinden gebruikt
en zijn verscheidene malen in buitenlandse havens
geweest. De torpedoboten bezochten Noorwegen,
Denemarken, Zweden, Duitsland en Frankrijk.
Na 1931 bleven de schepen in de Nederlandse wa
teren totdat zij op 14 mei 1940 naar Engeland uit
weken.
Velen onder u zullen zich nog wel de vlootoefenin-
gen van de jaren vóór de oorlog herinneren, toen
de „Z 7" en „Z 8" met het stokoude pantserschip
„Hertog Hendrik" het vijandelijke eskader voor
stelden, dat in een overmoedige bui de Nederlandse
kust naderde.
De „Gelderland" en de onderzeeboten, „O 9",
„O 10" en „O 11", waren echter op hun post. De
„vijand" werd teruggeslagen; we slaakten een zucht
van verlichting en concludeerden zonder gewetens
wroeging dat het met de oude spullen nog best
ging-
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog de
den de beide veteranen dus nog steeds dienst. Zij
werden zelfs enigszins gemoderniseerd om als be
wakingsvaartuig dienst te doen. De achtermast en
de dubbele torpedolanceerinrichting werden verwij
derd; een dubbel-mitrailleur met een kaliber van
Vi" en een aantal dieptebommen aan de bewapening
toegevoegd.
Gedurende de oorlogsdagen van mei 1940 patrouil
leerden de bootjes, die nog kolen gestookte ketels
hadden, voor de Nederlandse zeegaten en na de
capitulatie staken ze de Noordzee over.
Vanuit Britse havens werd nog enige tijd patrouille
gevaren, waarna, in verband met personeelsgebrek
bij onze Koninklijke Marine, de „Z 7" en „Z 8"
aan de Britse Marine werden overgedragen.
Eater in de oorlog werden de scheepjes gesloopt;
zij zijn niet meer in Nederland terug geweest.
Zij waren onze laatste vertegenwoordigers van een
scheepstype dat tot een vorige generatie behoorde.
A. v. D.
Op deze dag kwamen in de cantine van het hoofdkantoor 81
werknemers bijeen om ter gelegenheid van hun afscheid van
de werf door de directie te worden toegesproken, nu zij aan
een nieuwe fase in hun leven zijn begonnen.
De heer Wilton heette allen hartelijk welkom en vond het een
eer tot deze werknemers de laatste officiële woorden te mogen
richten. Spreker vervolgde met te zeggen, dat bij de herinne
ringen aan het werk het vooral de mens is, die je daarbij hebt
ontmoet, naar wie je gedachten uitgaan. Immers het gespro
ken woord legt het contact dat nodig is om door samenwer
king tot een goed produkt te komen. In dit verband denkt
de heer Wilton niet zo zeer aan het product dat door Wilton-
Fijenoord wordt afgeleverd, dan wel aan al hetgeen nodig
is om tot dit product te komen. Zeer duidelijk komt dit tot
uitdrukking in de lijst van beroepen van hen, die thans
afscheid nemen. Immers daaruit kan men begrijpen wat er
aan te pas komt om onze producten te maken.
Door de samenwerking, die hiervoor nodig is, ontstaat een
12