straks, als die film in die andere landen wordt
vertoond.
„Bootje, hé vriend", stootte iemand me aan,
terwijl we op de „Avedrecht" rondliepen. „En
dat is hoe groot," deed ik. „Schat eens?" Ik deed
een gok: „bijna veertigduizend?" „Doe er maar
een handvol bij, 48.500 ton. Het wordt de
grootste van de tankervloot van Van Ommeren",
werd me gezegd. „Motortje erin, meneer: een
turbineschip, 16.500 pk".
„En morgen, zaterdag, is dus iedereen aan de
Lange Haven in Schiedam", klonk de stem weer
van productieman Karei Das. Er werd geknikt.
„De serenade", legde de heer Das me uit. „We
hebben schalmeien in Limburg gefilmd, maar
een harmonie moet er bij en dat wordt de har
monie van W.F. Ze brengen een serenade aan
meneer A. P. Langestraat, die nu 75 jaar is
en die zesendertig jaar bij W.F. werkte. Om
dat hij binnenkort vijftig jaar getrouwd is. Wat
daar voor komt kijken voor je zo'n serenade
kunt filmen, niet te geloven!"
Ik schijn niet erg overtuigend te hebben ge
keken en de heer Das somde op: „Je moet na
tuurlijk eerst de mensen van de Harmonie be
reid vinden om te spelen. Goed, dat was bij
W.F. zo voor elkaar. Maar dan. Degenen, die
de serenade krijgen, moeten ook alles weten en
16