HAZELAAR
meeldraad-
katjes
de eerste
lentebloemen
stamperkatjes
Wie van jullie kent niet de HAZELAAR
met de mooie, hangende katjes? Heel vroeg
in het voorjaar bloeit deze heester. Ieder
katje bestaat uit een heleboel bloempjes.
Als ze open zijn verspreiden ze wolken
stuifmeel, zodra je ze aanraakt. Maar dit
zijn niet de enige bloemen van de haze
laar. Als je goed kijkt, zie je op de takken
overal kleine, rode knopjes, waar „kwastjes"
uitsteken. Dat zijn de bloempjes, waar later
de vruchtjes, de hazelnoten, uit groeien. De
lange katjes noemen we meeldraadkatjes
en de rode de stamperkatjes. De blaadjes van
de heester komen pas veel later. De haze
laar groeit in loofbossen en in kreupelhout.
Heel vroeger, toen de mensen nog aan toverij en hekserij geloofden,
stond de hazelaar in hoog aanzien. De mensen dachten dat de hazelaar
toverkracht bezat. De toverroede van tovenaars was een twijg van de
hazelaar. Deze moest op een bijzondere manier afgesneden worden
van een plant, die pas een jaar oud was. Met deze hazelroede zouden
tovenaars verborgen schatten kunnen ontdekken en zich ook kunnen
beschermen tegen allerlei boze invloeden.
Een boom, die vrijwel tegelijk met de hazelaar bloeit, is de ELS.
De els heeft ook hangende katjes, maar deze zijn heel anders dan die
van de hazelaar. De elzeproppen (waar het zaad in zit) groeien uit
de kleine rode stamperkatjes. Deze zitten aan dezelfde tak als de
lange, hangende meeldraadkatjes. De blaadjes van de els komen pas
later. De els kun je vinden
langs sloten en in kreupel
hout.
Net als bij de hazelaar wer
den vroeger takken van de
els voor toverij gebruikt.
Zo zou b.v. een in de grond
gestoken elzetak mollen kun
nen verjagen. In de schuren
zouden muizen die aan het
koren knaagden weglopen
voor een elzetak. In heel
oude verhalen komt de els
wel eens voor als „spook-
boom".
Er is natuurlijk niets waar
van al die toverij. Gelukkig
maar!
stamperkatjes
meeldraadkatje
de wilg
„Goe morgen, olde
Ic geef oe de kolde
Goe morgen, olde!"
Vind je dat geen grappig versje?
Het is niet zo maar een rijmpje.
O, neen! Heel, heel lang geleden
gingen zieke mensen naar een oude
wilg. In een twijg maakten zij
drie knopen en zeiden dan het
bovenstaande versje op. Ze meen
den, dat de wilg hen kon genezen
door de koorts over te nemen.
Hoe kan dat nu, zul je zeggen.
^7 waterwilg
meeldraad
katjes
vruchten
stamperkatjes
zaadje
Het kan ook niet. Maar in die
oude tijd geloofden de mensen het
werkelijk.
Zeg, kennen jullie de wilg wel?
Eigenlijk moet ik zeggen wilgen,
want er zijn heel wat soorten. Zo
veel zelfs, dat het lang niet mak
kelijk is om te zeggen tot welke
kolde is koorts.
27