van P. E. Fletcher. Dit speciaal voor harmonie
orkest geschreven werk was in 1962 op de con
coursen van de Kon. Ned. Federatie het verplichte
nummer voor de vaandelafdeling.
Ook het lichtere genre ontbrak niet op het pro
gramma.
Een prettig klinkende „Oklahoma Selectie" van
Rodgers en Hammerstein werd tot slot gevolgd
door de pittige mars „Men of Music".
Hiermee kwamen we aan de pauze, waarin Jos.
Carpay op zijn hammondorgel voor een prettige
sfeer zorgde.
Na de pauze was de beurt aan de zangkoren.
Hierbij maakten we voor het eerst kennis met ds
nieuwe dirigent van de koren, de heer B. Middelman.
Het mannenkoor bracht een drietal Russische lie
deren ten gehore. „Russisch Soldatenlied" en „Ei
Oechnjem" konden ons zeker bekoren. Zeer te
waarderen was ook het bekende „Die Zwölf Rauber".
De solo hierin werd verdienstelijk gezongen door
de heer Gabreëls.
Het dameskoor liet zich ook van haar goede kant
horen in twee liederen, n.l. „Laudate Pueri" van
Felix Mendelssohn Bartholdy en de Negro-Spiritual
„Little David".
In een gezamenlijk optreden van harmonie en koren
konden we het overbekende „Land of Hope and
Glory" beluisteren. Dit werk doet het altijd goed
en het werd zelfs gebisseerd, waarbij de aanwezi
gen op verzoek ijverig meezongen.
Het daarop volgende „Strike up the Band" van
George Gershwin vereiste een tempo dat voor de
zangers grote moeilijkheden opleverde. Wellicht
was dit de oorzaak, dat de zangers in het laatste
deel wat op de achtergrond bleven.
Na de vrolijke „Amboss Polka" van Parlow, ge
speeld door de harmonie, verscheen de drumband
ten tonele om gezamenlijk met de harmonie dit
concert te besluiten. Na afloop konden alle mede
werkenden een verdiend applaus in ontvangst ne
men, waaruit bleek dat ook dit concert weer goed
geslaagd was.
n