DE ZIGEUNERS ZIJN
OVERAL IN HONGARIJE
Aan de rand van het Hongaarse Balatonmeer liggen de
zonaanbidders uit heel wat landen.
Aan lange tafels zitten in de eethuistuinen van Boedapest de
toeristengroepen. per bus of door de lucht gekomen en
kijken naar de dansen, zoals ze al geslachten lang in
Hongarije worden gedanst.
„Goedenmiddag", zei een lange meneer midden in
het centrum van Boedapest. Dat was even vreemd,
die vaderlandse taal daar te horen. Maar ook weer
niet zo gek, want de stem was van de heer G. J.
Wisse, die vertegenwoordigt de KLM in Hongarije.
Hongarije, Boedapest, het IJzeren Gordijn onderdoor
dus. Precies, ik kom er net vandaan en ik heb er wei
nig van gemerkt, van dat Gordijn, moet ik zeggen.
Nergens rode vlaggen, nergens portretten van lei
ders, niks, gewoon, een hele grote stad van meer dan
drie miljoen inwoners met brede lanen en straten,
met een ondergrondse, met veel buitenlandse auto's
en met als enig niet-alledaags kenteken voor ons: de
rode sterren die hier en daar op de nok van een ge
bouw staan.
Hoe komt een mens in Boedapest, vraagt u? Wel, die
luchtvaartmaatschappij van ons had gevraagd of ik er
eens wilde gaan kijken naar de toeristische mogelijk
heden. Zodoende.
Ik ging erheen met het idee: er zal wel iemand met
me worden meegestuurd die zegt wat ik wel en niet
mag doen, wat ik wel en niet mag fotograferen. Maar
hoe anders was dat. Niemand ging met me mee,
niemand zei dat ik iets niet mocht.
Verdiepen in het politieke systeem daar? Neen, dat
heb ik niet gedaan. Ik geloof ook niet dat de Neder
landers die met vakantie naar Spanje gaan in Madrid
of aan de Costa Bra va uitvoerig gaan praten over de
heer Franco en ik geloof evenmin dat de vaderlan
ders in Frankrijk daar drukke gesprekken opzetten
over generaal De Gaulle. Want gaan we niet in de
allereerste plaats om andere mensen te zien, om an
dere dingen te leren kennen, om onbekende zaken te
proeven
In Boedapest is uiterlijk weinig meer te merken van
de gevechten. Wat stuk was is gerepareerd, de men
sen op straat zijn doodgewoon gekleed en misschien
moet men zeggen, als men achter het Gordijn van
daan komt, dat er overal rijen staan voor de winkels
van de bakker, maar ik heb ze niet gezien.
Hier en daar splinternieuwe zaken met uitgebreide
collecties sardines uit Portugal, met groente en fruit.
Maar wacht: als u binnenkomt en men zegt daar:
„Neen, vandaag hebben we geen tomaten", dan hoeft
u niet naar een andere groentewinkel, want dan zijn
er die dag in heel Boedapest geen tomaten gedistri
bueerd.
Nylon handschoenen liggen in de etalages en er zit
ten duizenden tv-antennes op de daken. Hoe meer
men in het westen van Hongarije komt, hoe dichter
dat antennewoud wordt, want aan die kant van het
land hebben de mensen ook de mogelijkheid om meer
dan die ene eigen zender te „vangen"; daar kan men
ook Oostenrijk en Duitsland krijgen.
Toeristen? Ze wandelen bij tienduizenden dwars door
Ook Boedapest heeft vrouwelijke agenten, met witte jasjes
en sokjes en ze hebben er niks op tegen als ze gefotografeerd
worden.
17