DE ZIGEUNERS ZIJN
OVERAL IN HONGARIJE
of er een bom insloeg wanneer een
danser plotseling op het podium
springt en doffe dreunen geeft met
zijn leren laarzen. Drie meisjes met
rode laarzen springen hem na en
draaien in hun prachtig gekleurde
costuums als wervelwinden rond op
de maat van de steeds sneller wor
dende muziek. Want altijd begint die
muziek in Hongarije langzaam en al
tijd eindigt die muziek in een opja
gend tempo.
Men klapt, de dans is voorbij en er
wordt gezucht. Dit heeft niets met po
litieke inzichten te maken, dit zijn ge
woon de Hongaren zelf zoals ze al
tijd zijn geweest en zoals ik ze nu -
en daar ben ik dankbaar voor - heb
ontmoet.
Zigeunermuziek overal. Toen ik te
rugkwam van dat Balatonmeer en
weer op weg was naar Boedapest zijn
we onderweg gestopt in een klein eet
huis. Vroeger legden hier de vissers
van het meer aan. Niet alleen om er
hun vis te verkopen aan de handela
ren die naar die plek kwamen, maar
ook om de zelfverbouwde wijn van
de eethuis-eigenaar te proeven.
In een kelderachtige ruimte met ron
de gewelven liggen nog altijd die va
ten wijn en elke bezoeker mag er
proeven. En dan wordt boven de
goulash-soep opgediend, zo heet als
de motor van een straaljager, geflan
keerd door de strijkstokken van twee
als bezetenen spelende zigeuners. Wie
daar allemaal van houdt kan genie
ten, dagenlang.
Door de lucht kwam ik in Boedapest,
over land ging ik Hongarije weer uit.
Lange rijen auto's aan de grens,
auto's met mensen die allemaal hun
neus eens achter dat Gordijn gingen
steken.
Dat is helemaal geen kunst, want de
Hongaren zijn veel te blij met toe
risten en ze zeggen dat zelf hardop.
Hun land is te lang dicht geweest.
Dat is niet goed. De mensen van de
hele wereld moeten elkaar gewoon
kunnen ontmoeten. Pas dan heeft een
discussie zin. Pas als we elkaar een
beetje zijn gaan kennen.
P. W. RUSSEL
Hongaarse meisjes voor het publiek - in de open lucht,
's avonds tegen tien uur in een temperatuur van rond
Zomaar langs de weg tussen Boedapest en de Oostenrijkse
grens zat ze uit te rusten, dit zigeunermeisje, dat juist
voor thuis een heel groot brood had gekocht.
19