In de jaren 1870 - 1880 werden bij „Fijenoord" bijna uitsluitend oorlogsschepen voor onze Ko ninklijke Marine gebouwd. De meeste van deze schepen werden zowel door middel van stoom als zeilen voortbewogen en waren in onze oorlogsvloot de laatste vertegenwoordigers van een overgangstype naar het zuivere stoomschip. De betreffende schepen waren: ON 82 Zr Ms „Riouw" schroefstoomschip 4e klasse 1872 ON 83 Zr Ms „Banda" schroefstoomschip 4e klasse 1872 ON 87 Zr Ms „Sambas" schroefstoomschip 4e klasse 1874 ON 88 Zr Ms „Palembang" schroefstoomschip 4e klasse 1874 ON 97 Zr Ms „Samarang" schroefstoomschip 4e klasse 1875 ON 98 Zr Ms „Bonaire" schroefstoomschip 4e klasse 1876 ON 100 Zr Ms „Padang" schroefstoomschip 4e klasse 1877 ON 101 Zr Ms „St Eustatius" schroefstoomschip 4e klasse 1878 ON 106 Zr Ms „Bengkoelen" schroefstoomschip 4e klasse 1879 ON 84 Zr Ms „Oenarang" raderstoomschip 4e klasse 1872 ON 85 Zr Ms „Salak" raderstoomschip 4e klasse 1873 ON 89 Zr Ms „Merapi" raderstoomschip 2e klasse 1874 ON 90 Zr Ms „Soembing" raderstoomschip 4e klasse 1874 ON 91 Zr Ms „Sindoro" raderstoomschip 4e klasse 1874 Buiten de door „Fijenoord" gebouwde schroefstoom- schepen 4e klasse, werd de „A'ruba" bij de Rijks werf en een achttal van deze schepen bij de Ko ninklijke Fabriek te Amsterdam besteld. Van de serie van achttien schepen was een deel composiet gebouwd en de rest van ijzer. Van de „Fijenoord"-producten behoorden vier sche pen, namelijk de „Riouw", „Banda", „Sambas" en „Palembang", tot de eerste groep; zij hadden ijzeren spanten, waarop een dubbele houten huid met koper- dubbeling was aangebracht. De overige vijf had den ijzeren spanten met een ijzeren huid en daarop een enkele houten huid met zinkdubbeling. De schepen hadden 2 tweevuurs ketels en een com- poundmachine. De schoorsteen was telescopisch en men kon deze, wanneer men ging zeilen, laten zakken. Bij de meeste schepen was de schroef lichtend, d.w.z. deze kon bij het zeilen losgekoppeld en uit het water worden gelicht om de weerstand te ver minderen. De grootste snelheid onder stoom varieer de per schip van 9,2 tot 10 knoop. In 1893 wer den de nog overgebleven schroefstoomschepen 4e klasse omgedoopt tot flottielje vaartuigen. De „Bengkoelen het laatste van de „Fijenoord"- schepen, week enigszins van de vorige af. De grote mast en de schoorsteen stonden achterlijker dan bij de zusterschepen. De „Riouw" en „Palembang" zijn tussen 1886 en 1888 van de sterkte afgevoerd, terwijl de „Sambas", „Padang" en „Bengkoelen" in 1896 voor de dienst werden afgekeurd en vervolgens verkocht. De „Samarang" liep op 17 september 1880 aan de Noordkust van Celebes op een rif. Het schip werd vlot gesleept en gerepareerd. In 1894 werd het van de sterkte afgevoerd. Van de oudste twee schepen heeft de „Banda" lang dienst gedaan. Tot juni 1899 voer dit schip met gereduceerde bewapening als opnemingsvaar- tuig. De „Bonaire" en de „St. Eustatius" waren beide be stemd voor de Algemene Dienst, d.w.z. niet spe ciaal voor de Oost, doch voornamelijk als stations schip in de West. De „St. Eustatius" is later aan de Indische Militaire Marine overgedragen en omgedoopt in „Bali". Als opnemingsvaartuig verving het schip in 1899 de „Banda In 1906 werd de „Bali" van de sterkte afgevoerd en ingericht tot loodsstationsschip. Van het fraaie raderstoomschip 2e klasse Zr Ms „Merapi in 1874 bij „Fijenoord" gebouwd, vindt u hierbij een afbeelding. Evenals het bij de Ko ninklijke Fabriek te Amsterdam bestelde zusterschip „Bromo" was de romp van ijzer, bekleed met hou ten huid, waarop een zinkdubbeling was aange bracht. Dit raderstoomschip had een waterverplaatsing van 1557 ton en liep een hoogste vaart van 10,4 knoop. Het was dus aanzienlijk groter dan de eerder ver melde schroefstoomschepen. De „Merapi" had de volgende afmetingen: Lengte tussen de loodlijnen 60,30 m. Breedte 939 m' (16,80 m. over de raderkasten) Holte 5,86 m. Diepgang 4 m Het zeiloppervlak bedroeg 612 m2. Zoals in die dagen veelvuldig voorkwam, weken de beide zusterschepen behalve in details ook in af metingen iets af. Zo was de „Merapi" 5 cm korter dan de „Bromo", doch stak 5 cm dieper. De bewapening bestond uit twee getrokken kanons van 16 cm No. 1 staal en vier getrokken kanons van 12 cm KA No. 1, waaraan later nog twee van 7,5 cm en twee van 3,7 cm werden toegevoegd. De „Sindoro" werd in 1896 of '97 afgekeurd en verkocht. De „Soembing" is in 1899 als oorlogs schip van de sterkte afgevoerd en vervolgens inge richt tot loodsstationsschip voor de baai van Balikpapan. A. v. D. 9

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1963 | | pagina 11