jubilea jubilea jubilea jubilea jubilea
Het was ir J. E. Woltjer, die in oktober de jubi
larissen - 14 in getal - toesprak.
Daar aan het begin van deze feestelijke bijeenkomst
één van de jubilarissen met zijn echtgenote moest
worden weggeroepen voor ernstige familie-omstan
digheden, was het voor de heer Woltjer even moei
lijk om met zijn speech te beginnen.
Overigens zei onze directeur het een prettige taak
te vinden de jubilerende werknemers toe te spreken,
teneinde hun eens persoonlijk te kunnen bedanken
voor al hetgeen zij in de loop van de jaren voor
het bedrijf hebben gedaan.
De aanwezige jubilarissen hebben allen een 25-jarig
dienstverband, zodat zij hun loopbaan in 1938 zijn
begonnen. Dat was de tijd van de opbouw van de
industrie, die de crisis te boven moest komen. Toen
kon men weer gaan uitbouwen.
In 1940 kwam de oorlog en ook toen zijn de jubi
larissen gebleven om na deze verschrikkelijke jaren
het lamgeslagen bedrijf weer te helpen opbouwen.
Daarom is vandaag een woord van dank van de
directie zeer zeker op zijn plaats.
Onze onderneming is een steeds groeiend bedrijf,
dat ons daardoor zo boeit en dat op ons allen zijn
invloed doet gelden. En niet alleen op de werk
nemers, maar ook op het gezin heeft het
zijn invloed. Wanneer er moeilijkheden zijn met
het werk, dan zal dit 's avonds thuis te merken zijn:
hetzij dat de heer des huizes wat afwezig is, hetzij
dat hij de kinderen wat meer verbiedt dan anders.
De dames moeten dit allemaal opvangen en in goede
banen trachten te leiden en daarom wil de heer
Woltjer ook de dames vandaag eens hartelijk be
danken voor al dit moeilijke werk achter de scher
men.
Tenslotte werden de jubilarissen persoonlijk toe
gesproken, waarna ir Woltjer zeer tot zijn spijt
al weer moest vertrekken wegens een dringende
vergadering.
Onder het drinken van een kopje koffie bleef men
nog even gezellig bijeen.
Y. D.
3