televisie-journaal draaide en journalisten omring
den haar. Anna Strik was terug in Nederland en de
belangstelling was allerwege.
„Wat ben ik gelukkig, wat ben ik gelukkig". Anna
Strik hield met twee handen m'n arm vast en ze
zei het wel vier keer. En iemand hing een grijze,
wollen sjaal over haar hoofd om haar te beschermen
voor de gure Nederlandse wind op het vliegveld.
Een sjaal, die gebreid was door de bejaarden in het
Rotterdamse tehuis, als eerste welkomstgroet voor
Anna.
Onder de indruk van de vliegreis? Weineen, Anna
Strik, de vrouw die in Engeland en Turkije had ge
woond, degene die toen ze zes en twintig was hele
maal alleen naar Triëst en Korfoe reisde, die zich
door de Turken zag weggejaagd en sinds 1922 in
Griekenland zat - de Rotterdamse die een deel van
de wereld in haar zak heeft en die nu net 79 jaar
is geworden - ze vertelde alleen maar enthousiaste
verhalen over die tocht door de wolken, die ze
voor het eerst van haar leven had gemaakt.
- Wat is dat vliegen fijn, zei ze. En lekker eten,
in zo'n vliegtuig. Ze zetten het op je knieën. En
die juffrouw in het vliegtuig maar vragen of ik niet
duizelig was. Ik zei: waarom juffrouw, ik voel me
best. En de kapitein van het vliegtuig kwam telkens
naar me toe of ik nog iets wilde, maar ik was zo
tevreden en zo blij. Ik mocht ook voorin bij hem
komen kijken, daar waar de machines zijn. Mooi
dat vliegen, heerlijk.
Einddoel bereikt
Per auto ging het naar "Rotterdam, waar Anna's
kamer een vers opgemaakt bed had en waar een
kast wachtte vol met gloednieuwe kleren, die bijna
al naar Griekenland waren verstuurd. En toen
zuchtte Anna en was dringend toe aan slapen. Een
dag vol emoties was afgelopen en ze was terug in
de stad waar ze werd geboren.
En straks, als in dat voor haar nog vreemde Rotter
dam, waar ze de Hoogstraat niet meer herkende en
waar ze alleen nog een klein stukje Binnenweg
„echt" vond - als in het Rotterdam de lichtjes in
de kerstbomen worden aangestoken, dan zal er veel
in Anna omgaan. Dan is ze blij met alle goede
zorgen waarmee ze omringd wordt en dan denkt ze
aan de vrienden die ze achter liet in Athene.
Want acht en dertig jaar Griekenland gaan iemand
niet in de koude kleren zitten en acht en dertig jaar
in de schaduw van de Akropolis vergeet men niet
vlug, ook al werden ze doorgebracht in een vluch-
telingenkrot.
Maar Anna Strik uit de Warmoeziersstraat in Rot
terdam heeft eindelijk het einddoel van haar levens
reis bereikt. Wat ik haar toewens is nog een hele
boel tijd zonder zorgen, om wat in te halen van al
die tientallen jaren waarin ze niet wist of ze „mor
gen" zou eten.
P. W. RUSSEL
Het achterschip drijvende in het dok no. 4-
Het voorschip in het bouwdok wordt vlot gebracht.
Het achterschip wordt weer naar het drijvende dok
gesleept.
8