"Geen rijd" Onder een wiel Schoenen? De heer Potuyt haalt een paar van die schoenen uit de kast en zet er een op de grond. Zo hard hij kan, trapt hij op de neus van de schoen - geen krimp. In die neus is een metalen "kap" ge bouwd. „Ik heb eens zo'n paar schoenen aangetrok ken en het wiel van een vrachtwagen over mijn tenen laten rijden; je merkte er niets van", vertelt de heer Sparreboom. Is dat zo belangrijk, die schoenen, valt er dan dik wijls iets op voeten? De twee mannen knikken. „De meeste ongelukken gebeuren door het vallen van voorwerpen, door vallende personen en door stoten en klemmen", zegt de heer Potuyt. En die veiligheidsbrillen? De heren Sparreboom en Potuyt worden nu ineens enthousiast en even later zal me duidelijk zijn waarom. Ze kunnen nu iets gaan zeggen, waarover ze zich terecht verheugen, iets dat aantoont dat die veiligheidsacties heel veel zin hebben. „In 1953 hadden we 8300 oogletsels, van een vuiltje in het oog tot het ergste, alles meegerekend. En in 1962? Teruggelopen tot 1100". Ja, daar hoeven de twee heren weinig aan toe te voegen; die getallen spreken voor zichzelf. De helmen Ik weet dat er zo'n 165 Spanjaarden bij WF wer ken. Wat zeggen die nu van al die veiligheids maatregelen? vraag ik. „Ze vinden het ronduit geweldig", antwoordt de heer Potuyt. „Er zijn veel zaken bij waarvan ze nog nooit iets hebben gehoord of gezien. Tijdens de veiligheidslessen kun je een speld horen vallen. Er wordt veel gevraagd - allemaal via die tolk dus - en ze zijn bijzonder geïnteresseerd. Het meeste is gloednieuw voor ons, zeggen ze dan". En die helmen? „Ja, dat is iets met die helmen", vindt de heer Sparreboom. „Er zijn nog steeds mensen die den ken dat het niet nodig is zo'n helm te dragen, ook al wordt het dringend aangeraden. Het is typisch Nederlands, geloof ik. Zo van: wat zal Jansen er wel van zeggen als hij me met zo'n helm op ziet. Het heeft iets van valse schaamte en dat merken we speciaal bij die helmen". Is veiligheid een moeilijk te verkopen artikel? vraag ik de twee heren. „Ja en neen", is het antwoord. „Men is wel door- Op de Werf Rotterdam haalden twee van de tien in competitieverband spelende groepen de laatste dag van 1963 "de buil binnen"Ook zij boekten twee en een half honderd veilige dagen. Hier zitten de mannen van baas L. Voorburg hun aandenken aan die gebeurtenis uit te pakken. 3

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 5