JUBILEA JUBILEA JUI
drongen van de noodzaak van de veiligheid, maar
men moet het zich eigen maken en daar hebben
sommigen wel eens moeite mee. Het moet zo zijn:
Veiligheid, maak er een gewoonte van. Maar elk
jaar wordt het beter, dat moet beslist gezegd.
Steeds wint de veiligheid een groter gehoor in
gunstige zin, maar een mens is nu eenmaal ver
geetachtig en er moet telkens weer op gewezen
worden".
Ik hoor een voorbeeld. Als men met branders gaat
werken en op het ijzer zit nog een verflaag, dan
moet die er eerst afgebikt worden. Door dampen
die bij het werk ontstaan kan men onwel worden.
„Maar we hebben hele goede beschuttingsmidde
len: een kap over het hoofd waarin verse lucht
wordt toegevoerd", zegt de heer Sparreboom.
Meestal is het maar voor even, dat die kap opgaat.
„We hebben daar geen tijd voor", is een kreet die
snel gehanteerd wordt. Ook door de man die er net
zo over dacht en even later onwel werd. Hij had
de kap onaangeroerd gelaten.
Laat niet vallen!
„En onze veiligheidscompetities", zeggen de twee
veiligheidsmannen bijna tegelijk. De „wedstrijden"
in veiligheid tussen de afdelingen of groepen.
„Een van de goede resultaten daarvan is", legt me
de heer Potuyt uit, „dat het niet meer voorkomt
dat een baas niet weet of een van zijn mensen thuis
is voor ziekte of ongeval en meestal heeft de
baas, als het een ongeval was, al maatregelen
ter voorkoming genomen".
Het is langzamerhand wel bekend dat WF-ers de
groene lamp willen zien branden. En elke dag een
cijfer erbij op het score-bord (overigens verscheen
het eerste bord in 1959).
Er zijn pas weer een paar afdelingen die de 250
dagen in de wacht sleepten. Tweehonderd en vijftig
veilige dagen, op het werk en op weg van en naar
huis. Een wimpel, een beker, een aandenken, een
brief van Victor naar huis.
Plezierige dingen, die eigenlijk iedereen wil. Din
gen waarop iedereen ook trots is, die hij aan vrienden
en familie vertelt. Wekkertjes die men laat zien, vier
kleuren-balpennen die men graag hanteert waar
een ander bij is!
Zo is het toch, nietwaar?
Want toen ik vorige week een lasser vroeg of hij
voor een aantekening iets om te schrijven bij zich
had, gaf hij mij zijn vierkleurenstift met de opmer
king: „Denk erom vader dat je hem niet laat
vallen, want dit is geen gewoon schrijfhoutje".
p. w. RUSSEL
Het is ir B. Wilton, die deze maand de prettige taak
heeft om de jubilarissen en hun echtgenoten toe te
spreken en hij heet allen dan ook hartelijk welkom.
De Kerstdagen zijn juist voorbij, dagen met veel
kaarslicht, versiering en lekker eten. Eigenlijk zijn
we er nog een beetje moe van, hebben een misschien
wat katterig gevoel en willen eerst eens een beetje
bijkomen. Het is daarom moeilijk om vandaag tegen
deze achtergrond ons werk te belichten.
Niettemin vindt de directie het iedere maand weer
een prettige taak om de jubilarissen geluk te wensen
en hun te bedanken voor het vele werk, dat zij ge
durende hun diensttijd hebben verricht. Spreker wijst
daarbij nog eens op de veranderingen, die vooral na
de tweede wereldoorlog hebben plaatsgevonden. Niet
alleen in ons gewone leven maar vooral ook in het
bedrijfsleven. Er zijn waarden weggevallen, die vroe
ger de pijlers van de maatschappij waren en waarvan
men dacht niet zonder te kunnen leven. Er zijn ech
ter andere waarden en normen voor in de plaats ge
komen.
Zo is het ook met het werk gegaan. De jubilerende
werknemers hebben vele wijzigingen meegemaakt en
die hebben ongetwijfeld spanningen en moeilijkhe
den meegebracht. Achteraf is het dan allemaal wel
weer meegevallen en de heer Wilton hoopt, dat de
werknemers ook vele plezierige herinneringen zul
len hebben, zodat ze met een lichte weemoed aan deze
tijd zullen terugdenken.
Voor de dames heeft spreker gaarne een woord van
waardering. Dit niet alleen omdat de dames deze
mannengemeenschap opfleuren, maar ook omdat men
door hun aanwezigheid er aan moet denken wat
men zegt. En, ernstiger, vervolgt de heer Wilton,
dat de dames achter de schermen voor een groot deel
bijdragen aan het werk van hun echtgenoten, door
de goede zorgen thuis, die onontbeerlijk zijn voor een
goede conditie. Daarvoor is spreker de dames dan
ook bijzonder erkentelijk.
Hierna worden de jubilarissen persoonlijk toegespro
ken, hetgeen aan deze viering een persoonlijk karak
ter verleent.
Inmiddels is de Burgemeester van Schiedam gearri
veerd, de heer mr J. W. Peek, die de heer Le Pair
zal toespreken in verband met zijn 40-jarig dienst
verband.