m
Wij willen gaarne trachten de nieuwe wijze van verslaggeving op dit punt
voor u duidelijk te maken in de volgende toelichting.
In de eerste plaats wijzen we op de nieuwe vorm, waarin de
jaarrekening (dat is dus de Winst- en Verliesrekening en de Balans) is
gegoten. Tot en met het boekjaar 1962 hebben wij voor de jaarrekening steeds
de z.g. scontrovorm toegepast. Bij deze vorm bestaat de Winst- en
Verliesrekening uit twee zijden, namelijk de debet- (linker) en credit-
(rechter) zijde. Hetzelfde geldt voor de balans, waarbij de linkerzijde (activa)
de bezittingen opsomt en de rechterzijde (passiva) de schulden aangeeft.
Met ingang van het nieuwe boekjaar zijn wij overgegaan op de verticale vorm,
d.w.z. dat alle cijfers op één pagina in één kolom verwerkt zijn, hetgeen
de leesbaarheid verbetert.
In de Winst- en Verliesrekening over 1963 is het saldo van de
bedrijfsrekening gesplitst in twee componenten, waarvan de ene bestaat uit
het saldo van de eigenlijke productie en de andere uit het saldo van overige
baten en lasten, o.a. bestaande uit opbrengsten van beleggingen, deelnemingen
en bank- en depositorekeningen. Bovendien wordt de voorziening voor
belastingen of het eventueel vrijkomen daarvan vermeld.
De wijziging in het balansbeeld bestaat uit het opnemen van twee nieuwe
posten, n.l. „Voorziening voor werken voor rekening van derden" en „Extra
Reserve".
Van de in vorige jaren gevormde interne reserve voor werken voor
rekening van derden ad 15.000.000,werd per 1 januari 1963 een bedrag
van ƒ10.000.000,overgebracht naar de eerstgenoemde nieuwe post
„Voorziening voor werken voor rekening van derden" en een bedrag van
5.000.000,naar de „Extra Reserve".
De interne reserve op magazijnvoorraad ad 4.000.000,kwam eveneens
aan de „Extra Reserve" ten goede, zo ook een bedrag van 8.700.000,
voortvloeiende uit een per 1 januari 1963 toegepaste opwaarts gewijzigde
waarderingsnorm voor werken voor rekening van derden. Als gevolg van deze
laatste wijziging zal het jaarlijkse saldo van de bedrijfsrekening in mindere
mate dan voorheen beïnvloed worden door de toevalligheid van het in enig
jaar tot afrekening komen van gereedgekomen orders.
De „Extra Reserve" bedroeg als gevolg van een en ander op 1 januari 1963
in totaal 17.700.000,Daarvan werd 1.864.356,overgebracht naar
de Winst- en Verliesrekening, zodat de „Extra Reserve" per 31 december
1963 met 15.835.644,op de Balans voorkomt.
29