<8>
Een
leek
siet
En de vogels zongen
Orgaan van en voor het personeel van Wilton-Fijenoord Schiedam
„Nou, hoe oud denk je dat ik ben?". - Als een man dat tegen je zegt
dan weet je dat hij er jonger uitziet dan hij is. Ik dacht even na, maar hij
gaf het antwoord al: „Drie en zestig". Hij keek de rook van zijn sigaret
na met een gezicht van: „Had je niet gedacht hé?", en dronk van zijn
koffie.
Daar vlak achter
De ingewijden zullen weten over wie ik het heb, voor de anderen mag ik
misschien nog even zeggen, dat ik verder gegaan ben met mijn leken-
tocht door uw Schiedamse dorp.
En dat is dan een van de opvallende dingen bij Wilton-Fijenoord: de
buitenstaander denkt wellicht dat hij alleen maar schepen vindt. Schepen
die gebouwd worden, schepen die men repareert, schepen waar de schil
derskwast overheen gaat. Maar wacht even, het W.F.-dorp geeft ook een
ander beeld.
„Wat rijdt hier toch allemaal?", dacht ik. De meest wonderlijke voer
tuigen op het eerste gezicht. Vrachtauto's die op bussen lijken, wagens
zonder huis erom heen met staande mannen erop, aanhangwagens die de
normale begrippen te buiten gaan met de tientallen tonnen last die ze
hebben kunnen. Het lijkt af en toe Van Gend Loos wel, piekerde ik.
Er moet toch ergens een man te vinden zijn van wie je kunt zeggen: Dat is
nou de baas van al die rollende wielen.
„Oh, dan moet je Rietveld hebben", zei een kenner. „Hij is de chef van
de garage. Weet je nog waar die Nigeriaanse minister Mbu dat oplei
dingsschip voor zijn marine overnam? Wel, daar vlak achter die plek
is de garage en daar vind je hem".
37