OPDRACHTEN VOOR JAPAN voort, arts, en H. Hardes, officier-machinist, hebben zich bijzonder ingespannen om het Japanse gebied tot ontwikkeling te brengen. De laatste werd al spoe dig verzocht, mede te werken aan de oprichting van een scheepswerf en machinefabriek bij het dorp Aku- noura. Hardes bleef, na de repatriëring van het twee de Nederlandse marinedetachement in 1859, achter om zijn werkzaamheden te beëindigen. De eerdergenoemde arts schreef in zijn memoires „Vijf jaren in Japan" over Hardes: „Hij is toch een buitengewoon man; geene zwarig heden kennende en geen moeilijkheden van welken aard ook tellende, paart hij aan heldere denkbeelden een practischen blik, die hèm alleen in staat stelde te Nagasaki een werk te volbrengen, waarover alle des kundigen steeds hunne grootste verwondering te ken nen geven" „Het komt hierop neder, dat hij in die drie jaren tijds, een moeras herschapen heeft in eene fabriek voor stoomwezen en nijverheid, waarvan de weêrga beoosten de Kaap de Goede Hoop alleen te Soerabaja te vinden is, en dat bijna zonder enige hulp van an deren; eene fabriek, waar de Nasmith stoomhamer werkte, waar een dozijn groote smederijen met door hem geoefende smeden bezig waren, waar men gele genheid vond tot gieten, waar draai- en boorbanken door stoom gedreven werden, waar zware stukken voor stoomwerktuigen, ja, zelfs nieuwe stoomketels werden vervaardigd, in één woord, hij had het moeras drooggemaakt, den grond beheid met duizenden pa len, gebouwen opgerigt en alles in werking gebracht, bijna, zooals ik zeide, zonder hulp, want zijne assis tenten waren hem in de regel meer last dan tot voor deel. Menig ingenieur, met wie ik deze fabriek later bezocht, stond verbaasd, dat hier zulk eene inrigting bestond en verklaarde dit alles voor een waar reuzen werk". De bijdrage van „Fijenoord" in dit geheel bestond uit: machine en ketel voor draaierij, stoomketel voor locomobiel en stoomhamer, stoomhamer, boormachine Nr. 1, schaafbank Nr. 2, steekbank Nr. 3, sterke arm schaafbank Nr. 4, boormachine Nr. 5, boormachine Nr. 6, draaibank Nr. 7, draaibank met draadsnijmachine Nr. 8, draaibank Nr. 9, draaibank Nr. 10, grote draaibank Nr. 11, face draaibank Nr. 12, schroef snij bank Nr. 13, moerschaafbank Nr. 14, dubbele boormachine Nr. 15, sterke armschaafbank Nr. 16, boormachine Nr. 17, en het drijfwerk voor de verschillende machines. Ook de fabriek van Cockerill te Seraing droeg haar steentje bij en leverde o.a. een pietmolen en een zaag molen. In I860 charterde de Nederlandsche Stoomboot Maat schappij de Amsterdamse bark „Kiandra" om de zware machinedelen naar Japan te vervoeren. In een brief, gedateerd 16 januari 1952, verzocht de Directie van de Nagasaki Shipyard Engine Works te Akunoura inlichtingen over enige van de door „Fijenoord" geleverde machines, die toen nog steeds in bedrijf waren. Een drietal foto's, die bij de brief ingesloten waren, vindt u hierbij afgebeeld. Behalve de fabriekswerktuigen construeerde „Fijen oord" een sleephelling voor een bedrag van 98.000 gulden. Het bedrijf ontving deze opdracht in 1861. In het geheel werden in de periode 1855 tot 1865 3 scheepsstoomwerktuigen, 4 landmachines en 25 fa briekswerktuigen aan Japan geleverd. Een Japanse handelsdelegatie maakte gedurende de zomer van 1862 een reis door Europa, en verzuimde niet, het „Etablissement Fijenoord" te bezoeken. Door gebrek aan activiteit van de Nederlandse ver tegenwoordiging in Japan, kregen andere landen, o.m. Groot Brittannië, daar vaste grond onder de voeten en verminderde het Nederlandse aandeel in de industrialisatie van dit veelbelovende gebied zien derogen. Spoedig ging de Nederlandsche Stoomboot Maat schappij er dan ook toe over, opdrachten voor haar „Etablissement Fijenoord" in andere richting te zoe ken. A. v. D. 43

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 45