HEK Rhenos glimlachte even. Later op de dag echter kwam hij toevallig langs de marskramer, een goe dige oude man die hij wel kende. De marskramer was vroeger herder op de Troodos geweest, en her ders hebben altijd allerlei wonderlijke ideeën. Rhenos slenterde naar hem toe en begon een praatje, en de oude man die onder de schaduwrijke boom zijn pijpje zat te roken, begon weer over al lerlei dingen van de oude tijd, ook over de koper mijn bij Spilia, en Rhenos luisterde dromerig naar hem. Na de vakantie in de herfst ging Rhenos naar school terug. Niet lang na het begin van een nieuw schooljaar worden er altijd grote excursies gehou den op Cyprus. Op zekere mooie dag in het eind van oktober trok de hele school met vier grote autobussen het Troodosgebergte in. De jongens be schouwden die als de gelukkigste dag van het jaar en de weg die de bergen opging schalde van de liederen, het gejuich en gejoel. Bij een stadje hoog in het gebergte, in de bossen en tussen de rotsen, werd een lange pauze gehou den en de picnic-manden werden uitgepakt en aan gesproken. Rhenos zat met vier van zijn vrienden aan de voet van een hoge boom en zij deden zich te goed. „Hoe heet dat oord hier?" vroeg Marino, een van Rhenos' vrienden, en Andreas, die gewoonlijk meer wist- dan de anderen, antwoordde dat het stadje Spilia heette. Even later was Rhenos verdwenen. Niemand kon hem een tijdlang vinden. Pas op het laatste ogenblik, toen de bussen een voor een weg schoten onder het gebladerte, kwam hij aanhollen. Rhenos kon goed geheimen bewaren. Niemand kwam te weten, waar hij geweest was. Nu moeten jullie luisteren, want hier begint het tweede deel van dit verhaal, en dat is het belang rijkste. Op zekere dag, twee jaar na die excursie logeerde er een Amerikaans echtpaar in een groot, weelde rig hotel in Nicosia. In de avond gingen ze bridge spelen bij Amerikaanse vrienden van hen, in een villa niet ver van de Konsul. En terwijl het gesprek in volle gang was, miste de dame opeens haar ring. Het was een kostbare ring en iedereen begon te zoeken. Terwijl iedereen met zoeken bezig was, ging er een aardschok door het huis, en door een aantal hui zen op die plaats in Nicosia. De grond beefde vrij hevig, de theekopjes en glazen kletterden en rinkel den, de dames gilden en renden naar de openstaan de verandadeuren en het hele gezelschap stoof de tuin in. Een aardbeving kan gevaarlijk zijn. Huizen kunnen zomaar boven je hoofd instorten en je kunt onder het puin begraven worden. Maar zo ernstig was de aardschok niet, en na enige ogenblikken zaten de mensen er op tuinstoelen over te praten en ieder was alweer bijgekomen. Opeens zag Mrs. Stutmann, de vrouw van de inge nieur, een Griekse jongeman voor zich staan die haar tussen duim en vinger iets voorhield. Dat iets fonkelde en flonkerde in de zonneschijn, en met een kreet van vreugde greep zij ernaar. „Het is mijn ring! Het is mijn ring!" juichte ze. De jonge man boog en ging weer weg, het huis in. De heer Stutmann, de ingenieur, was bijzonder in zijn schik dat de ring van zijn vrouw teruggevon den was. Hij zocht de gastvrouw op en vroeg haar wie de jonge man geweest was en of hij iets voor hem kon doen. De gastvrouw, Mrs. Raig, ant woordde: „Dat is een van de beste jongelui op heel Cyprus. Hij heet Rhenos Rhamdopoulos." Ze vertelde dat Rhenos, om het geld voor een reis naar Amerika bij elkaar te verdienen, na zijn schooltijd bij haar man op kantoor, en ook bij haar in huis, karweitjes kwam doen. „Maar daar wordt hij niet rijk van," zei ze lachend. Ze vertelde nog een en ander over hem. „We noemden hem in het begin: de jongen met het beeldje," zei ze, „omdat hij een bijzonder mooi beeldje bij zich had toen hij voor het eerst kwam. Het is een antiek beeldje, van een fluitspeler die op twee fluiten tegelijk blaast." De heer Stutmann verlangde een beetje met Rhenos te praten en het beeldje te zien. Hij ging de salon binnen en daar vond hij de jongeman, gebogen over een tafeltje, waarop een massa speelkaarten van de 19

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 21