land Lapland Lapland Lapland Bernard Henry een hele lange rij. waarvan de achtersten zelfs ver dwenen achter de kruin van de heuvels. De Lappen en hun honden drongen op. Het moest één pak worden, een levend pak van rendieren, dat het gidsdier in het water zou volgen. Alles was nu nog stil. Vrouwen deelden voedsel uit aan de mannen die in een bootje hadden postgevat, waaraan het gids dier met een koord stond vastgebonden. Hier en daar ontsnapte een nukkig jong aan de buitenzijde van de groep, maar de kleinste Lappen waren er vlug bij met hun lasso. Ze misten nooit. De oude Lap in zijn bootje sprak ondertussen met zijn vriend, het gidsdier. Het was een lang gesprek, ge duldig en kalm als twee vertrouwde vrienden doen. Nu trok de oude man in zijn boot het gids dier met zijn voorpoten in het water. Even tegen spartelend, maar onmiddellijk daarna weer gehoor zaam, deed het dier met de bel wat zijn meester van hem verlangde. Op het zelfde ogenblik brak een oor verdovend lawaai los. Overal gingen schellen en lege potten aan het rinkelen, slaan en kletteren. Er werd geroepen en gehuild, gebruld en herrie gemaakt door alle vrouwen die het vee omringden en in het water duwden. De verontruste dieren drongen opeen. Intussen zakte het gidsdier met de poten steeds dieper in het water, tot dit tenslotte tot zijn borst en dan tot de hals reikte. Noodgedwongen verloren de achter poten de laatste steun van het vasteland en onbewust ging het dier zwemmen, voortgetrokken door het touw in de afvarende boot. Twee andere oudere beesten, die niet aan een touw waren gebonden, volgden hun leider. De andere volgden, vijf, tien, twintig, honderd, tot de eerste golf als een pijlspits door het water kliefde. Nu volgde de hele kudde, niet meer zachtjes, maar als een rollende lawine de helling af, met een plons het diepe water in, de voorgangers achterna. Intussen klonk het lawaai voort en de vrouwen raak ten ook niet uitgeschreeuwd. Zelfs de kleintjes die aan moeders rok hingen, schreeuwden mee. Toen het hele leger aan het zwemmen was, kwamen er meer boten bij die de zwemmende dieren om ringden om achterblijvers en vluchtenden op te spo ren of desnoods op te vissen. De vlottende kudde leek, van de berghelling gezien, een reusachtige brede pijl, waarvan de punt reeds in het midden van de engte was, toen het laatste dier pas in het water was geploft. Nu had het gidsdier het eiland aan de overzij bereikt. Snel was hij op de oever geklauterd. En weer volg den het kluwen van de kudde die vermoeid en schich tig als altijd het voorbeeld volgde. Enkele Lappen bleven waken. De anderen keerden onmiddellijk terug om de achtergebleven vrouwen met hun tenten, voedsel en hun houten koffers in bonte kleuren beschilderd te halen. Voor hen had het zomerkamp een aanvang genomen. Voor de kinderen waren de winterscholen, die maar vier maanden in het jaar open zijn, tot de volgende winter gesloten. Ik was zeer tevreden met wat ik te zien had gekregen. Het gebeurt niet elke dag dat je duizenden rendieren zo'n breed water van drie kilometer ziet overzwem men. Het was wel buitengewoon leerzaam en uitermate spannend. „En zo besloot de meester zijn verhaal, „wan neer jullie je huiswerk goed hebt gemaakt, zal ik de volgende keer weer wat over Lapland, de Lappen en hun rendieren vertellen!" 25

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 27