I wanneer er sneeuw gevallen is, bij het schoonhou den van de straten en het openhouden van de put ten. Kijk, een tuinman heeft daar eigenlijk ook zelf belang bij, want als de zaak gaat dooien moet het de putten in en niet naar onze perken". „En vergeet u ons gereedschap niet", vult de onder baas van de tuinlieden aan. „In het voorjaar en de zomer hebben we daar geen tijd voor. Grasmachi nes en grasscharen slijpen, het hele onderhoud van al ons materiaal, dat moet in de winter gebeuren en tegen het voorjaar dient alles er piekfijn uit te I" zien en klaar voor gebruik te zijn". 724 vaasjes Veel bollen in de grond tegen de winter, meneer Leewangh „Massa's", is het antwoord. „We hebben toch zeker drieduizend narcissen. Als het even kan laten we die zitten, want die hoeven natuurlijk niet de grond uit. Maar met de tulpen is dat anders. We zetten er zo n zeven tot achthonderd. Als ze uitgebloeid zijn worden ze uit de perken gehaald, want op die plekken komen dan weer geraniums of zo en dan kuilen we de tulpen op. Later opzetten, drogen en I verder kweken voor snijbloemen. In de perken ko men volgend jaar weer nieuwe tulpenbollen". Snijbloemen? „O ja, wat dacht u", vindt de heer Leewangh. „We hebben zo dikwijls ontvangsten, jubilarissen, per- soneelsfeestjes, kortom, er is altijd wel iets aan de hand. Dan moeten er bloemen zijn. Er zijn jaren dat ik voor die gelegenheden voor de tafeltjes al leen al een zevenhonderd vaasjes met bloemen moet leveren. Ik weet nog precies: in I960 hebben we 724 vaasjes gevuld. Hebben we geen eigen ma teriaal, dan kopen we bloemen en verwerken die zelf. Maar veel van de bloemen komen van het eigen terrein en die tulpen kweken we dus nog een jaar verder voor dit doel". Vijfhonderd bakjes Overal in W.F.-kantoren en in gangen zie ik bloem bakken en ik laat het woord vallen: bloembak. De heer Leewangh begint te lachen. „Weet u dat van onze afdeling door elkaar één man het hele jaar bezig is met die bakken? Met Rotterdam en de gieterij erbij - plus Schiedam dus - hebben we vijf honderd kleine bloembakjes uitstaan. Dan zijn er nog grote bakken, van één tot vijf meter; daar hebben we er zestig van. Als dat er netjes uit wil zien, is het een hoop werk". Begin oktober begon u dus met het zetten van nieuwe heesters, probeer ik deskundig, omdat ik tegen die tijd in mijn eigen tuintje zoiets zou doen. „Ligt er aan", luidt het antwoord van de vakman. „Eigenlijk moet een heester eerst één nachtvorstje hebben gehad; dan laat het blad los en dat is het Nog twee jaar en de flats zijn niet meer te zien. Tuinman Siem tussen de rozen. De heer C. Leewangh bekijkt triest zijn platgelopen gazon.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 5