Onze scheepswerven doen de buitenlanders verbaasd staan
Goedkopere reparaties brengen werk aan de winkel
In de Evening Standard, een Engels dagblad,
van 8 september j.l. lazen wij een bericht onder
de kop ,.Onze scheepswerven doen de buiten
landers verbaasd staan"
Wij vinden de inhoud van dit artikel wel zo
belangrijk, dat wij gemeend hebben het in zijn
geheel vertaaldin ons orgaan te moeten op
nemen. E)e Redactie.
Wel zeer tot verbazing van hun opdrachtgevers
komen de Engelse scheepswerven nu tot de ontdek
king dat ze lagere prijzen kunnen noteren dan die
welke door hun concurrenten opgegeven worden.
Aan de Tyne heeft Hawthorn Leslie, tegenover
felle concurrentie van de zijde van Duitsland en
Japan uit Amerika een contract kunnen krijgen
voor een groot ombouwproject.
En dit is niet alleen maar een op zichzelf staand
feit, hoewel men tot nu toe over het algemeen
meer te maken heeft gehad met reparatie- en droog
dokwerkzaamheden dan met nieuwbouw.
Rederijen, w.o. de oliemaatschappijen met hun ge
weldige tankvloten komen tot de ontdekking dat
de Engelse prijzen - die t.o.v. hun voornaamste con
currenten tot nu toe aan de top lagen - nu gunstig
afsteken bij die in Noord-Europa, met name Duits
land en Nederland.
Hoewel de werven langs de Middellandse Zee hen
na op de hielen liggen, is de concurrentie uit deze
hoek nooit scherp geweest.
Inflatie
Twee grote Engelse rederijen vatten het als volgt
samen:
„In Engeland schijnen we meer werk klaar te krij
gen voor dezelfde hoeveelheid geld", en „de snel
lere oplevering in het Verenigd Koninkrijk weegt
in ruime mate op tegen elke andere factor." Deze
verbetering in de concurrentiepositie van onze wer
ven is voor een groot deel te danken aan het feit
dat de prijzen op het vasteland, waar bijna elke
regering vecht tegen zijn eigen inflatiespiraal,
over het algemeen sneller gestegen zijn.
Maar onze reparatiewerven hebben zich bij deze
ommekeer in de gang van zaken in ons land zoveel
mogelijk aangepast door hun prijzen zover moge
lijk af te brokkelen om daardoor aan het werk te
kunnen blijven.
Het is echter niet zo makkelijk gegaan. De afgelo
pen 18 maanden hebben de firma's proefondervin
delijk geleerd, welk prijsaanbod het gunstigst ligt.
Tevens zijn ze alle bezig uit te zoeken hoeveel
voor de verschillende werkzaamheden berekend
moet worden om nog juist aan de goede kant van
de verlies- en winstrekening te blijven.
Momenteel hebben ze voldoende vooruitgang ge
maakt om de prijsbewuste personen die de tank-
vloten van grote oliemaatschappijen, als Shell en
BP, in de vaart hebben, te imponeren.
En deze maatschappijen nu, bezitten grotendeels de
sleutel tot de welvaart van de reparatiewerven.
Vele koopvaardijschepen in de wereld varen langs
vaste ioutes. Hen daar ver van te laten afwijken
zou erg kostbaar worden. Om maar een voorbeeld
te noemen, de "S"-schepen van "P. en O", die op
het verre Oosten varen, lossen hun lading altijd
in Hamburg. Alle reparatiewerkzaamheden worden
ter plaatse verricht.
Hen naar een Engelse haven te brengen kost brand
stof en lonen, welke tot in de duizenden zouden
lopen.
Bovendien zou hierdoor onvermijdelijk tijdverlies
ontstaan. Met de grote tankvloten kan men meer
doen. Ze worden geleid vanuit operatiecentra die
hen op korte termijn van de ene route naar de
andere kunnen dirigeren.
Wanneer dus een tanker in revisie en reparatie
moet, bestaat er grote kans dat ze naar een los
plaats gestuurd wordt, welke dicht bij de meest
concurrerende scheepswerven ligt. Ook de wilde
vaart zal alles in het werk stellen om van prijsver
schillen te profiteren.
De sterke stijging van de import heeft er ook het
hare toe bijgedragen. Meer buitenlandse schepen
zijn nu hun goederen hier te lande gaan lossen en
vele ervan moeten het toch wel de moeite waard
hebben gevonden de reis voor de gebruikelijke re
paraties te onderbreken.
Alles samengenomen, is het herstel zo ver gevor
derd dat Engelse firma's nu bezorgd zijn over een
mogelijk tekort aan geschoolde arbeiders. De ont
wikkelingsgebieden streven naar eigen scheeps-
bouwcentra en nieuwe industrieën trekken vroegere
werfarbeiders aan.
RECTIFICATIE
In het nummer van mei j.l. inzake de bodemrepa
ratie aan de „Mount Everest" moet de naam van
de rederij als volgt luiden: P. de Wit en Chr.
Bakker.
13