zomer en winter kunt krijgen. Ze vinden het heel lekker en knagen het blad helemaal op. Stengel en steeltjes laten ze staan. Haast alle wandelende takken hier in Nederland zijn vrouwtjes; zij leggen elk ongeveer 500 eitjes. Het is een grote zeldzaamheid als je een mannetje tegenkomt; deze is kleiner dan het wijfje. De die ren laten de eitjes zo maar vallen, iedere dag een paar. Mama kijkt er niet naar om. De donkerbruine eitjes zijn bijna rond en hebben een dekseltje met een geel knopje. Na 3 - 4 maanden wordt het dek seltje opgelicht en kruipt een allerleukst klein diertje uit het ei. De kleine larve, die ongeveer anderhalve cm lang is en er net zo uitziet als zijn moeder, draagt de lege schaal vaak nog een paar dagen aan een van de poten mee. Na 3 - 4 maan den is dit kleine diertje volwassen en gaat ook weer eieren leggen. Maar voor het zover is, heeft het zes maal een nieuw velletje gekregen. Het huid je van de wandelende tak groeit niet mee. Als het te nauw wordt, kruipt het diertje er uit; het nieu we velletje is wat ruimer dan het vorige. Als de wandelende tak gaat vervellen, hangt zij aan de achterpoten, met de kop naar beneden. Na enige tijd scheurt het oude velletje op de rug open vanaf de hals tot het tweede paar poten. Op de foto zie je, hoe het beestje uit zijn jasje kruipt; het gaat alle maal vrij langzaam. Vóór het laatste puntje van de staart er uit is, blijft het dier een poos stil hangen om zich te laten drogen. Plotseling richt hij zich op, klimt tegen het afgestroopte huidje op en be gint dit op te eten. Een pas geboren wandelende tak is donkerbruin gekleurd. Later wordt ze groen en ze blijft dit tot ze een flinke volwassen tak is geworden. Ze is dan ongeveer 8 cm lang. Het groene huidje verkleurt nu tot geelbruin. De binnenkant van de dijen van de voorpoten zijn dan rood gekleurd. Vind je het leuk om zelf eens een wandelende tak te hebben? Je zou een oude aquariumbak er voor kunnen gebruiken, of een grote inmaakpot. Een vaasje of flesje met klimoptakken zet je in de bak of in de pot. Nadat je de wandelende tak op de klimop hebt gezet sluit je het geheel af met een gazen deksel of een stukje nylon kous. Als je wandelende tak eitjes legt zou je er een paar kunnen bewaren, b.v. in een aspirinebuisje met een vochtig papiertje er bij. Je moet n.l. zorgen, dat de eitjes niet uitdrogen in de verwarmde ka mer, maar ze mogen ook niet beschimmelen van wege te veel vocht. Plak op het buisje een etiketje waarop je de datum schrijft dat de eitjes zijn ge legd. Je weet dan ongeveer wanneer ze uit zullen komen. Het zou leuk zijn als je het uitkomen zelf kon zien. Ik hoop, dat je dan ook eens een vervel ling van deze wonderlijke dieren ziet. G. C. L. BLANKWAARDT-NATAN De kop van een wandelende tak. De staart zit nog in het oude vel- Het oude velletje wordt opge- letje. Het diertje blijft enige tijd peuzeld. stil hangen om zich te laten drogen. foto's H. F. H. Blankwaardl 21

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 23