jan of Ary de nachtportier dan 's morgens thuis
komt en zijn vrouw vraagt: „Nog iets bijzonders
geweest vannacht", dan zegt hij: „Weineen, ge
woon, het routine-werk". Dat is óók portier zijn.
Diploma
Continu draaien die portiersdiensten bij W.F., dus
drie keer acht uur per etmaal. Sommige weken
wat meer uren, andere wat minder, in doorsnee vijf
en veertig uur per week en eens in de drie we
ken een vrij weekeinde.
Er zijn portiers bij W.F. die u uitvoerig kunnen
inlichten over de wegenverkeerswet, over de vuur-
wapenwet. Mannen die een hoop weten van staats
inrichting en E.H.B.O, om maar twee voorbeelden
te noemen. Ze kunnen een procesverbaal schrijven,
een rapport maken en een brand blussen. Ze weten
van strafrecht en strafvervolging: ze hebben een
diploma bedrijfspolitie. Niet zo gek dat aan het
hoofd van de Beveiliging die meneer Landzaad te vin
den is die, voor hij bij W.F. kwam, een loopbaan
bij de politie achter de rug heeft.
Talen spreken
Wel tien keer heb ik, komend bij die hekken van
de hoofdingang, gezegd: „Ik heb een afspraak
meten dan noemde ik een naam. Nog nooit
maakte ik mee - en geloof me dat dit elders heel
veel gebeurt - dat een portier in een boekje ging
kijken om te zien op welke afdeling die meneer
werkte. Of het een man van kantoor of een onder
baas betrof, de garage of dok vier - steeds het
antwoord: „U gaat rechtuit, en dan bij de eerste
hoek
Er is een portier die vloeiend Frans, Duits en En
gels spreekt. Er is een ander die niet de minste
moeite heeft met Engels en Duits. Er is er ook een,
die men regelmatig ziet praten met Japanners,
die Russisch aan het leren is en die tot nog toe
verder kwam dan zeven talen!
Dat zou men niet denken, komend bij die slag
boom en zeggend: Portier, kunt u me zeggen waar
ik de Bedrijfsschool vind?
Hij is er
Wie die portier is die zo goed Duits en wie de
portier is die met Japanners praten kan? Ik geloof
niet dat het er toe doet. Wat ik gevraagd heb aan
W.F. dat is: „Mag ik eens een keer de portiers wat
in de zon zetten?".
Omdat je over portiers nooit iets leest en wel iets
over mensen die schepen tekenen, bouwen of schil
deren. Omdat je wel iets hoort van de mannen die
nieuwe plannen uitdenken en de mensen die zorgen
dat er rozen in de perken staan.
Maar zo'n portier passeert men. Niemand die ooit
bij W.F. naar binnen is gestapt, aan zijn werk of
afspraak bezig was en bij zichzelf vond: „Daar
heeft die portier me toch netjes heengeloodst".
Niemand die ooit 's morgens heeft gedacht: „Kijk,
daar heb je de portier ook weer".
Hij was er en hij is er. Morgen en overmorgen en
steeds. Mannen die zo betrouwbaar moeten zijn als
de Bank van Engeland, die soms de wijsheid van
een diplomaat en een andere keer de resoluutheid
van een goed getrainde agent dienen te hebben.
Mannen die net zo beleefd moeten kunnen zijn als
de portier van Hilton en net zo snel in het handelen
als een demarerende wielrenner.
Een moeilijke baan, om een goede portier te zijn.
W.F. kan zeggen: „We hebben niet slecht geboerd
met onze portiers".
En dat is voor een bedrijf net zo belangrijk als
het hebben van bijvoorbeeld technische vakmensen.
P. W. RUSSEL
3