PRIJSVRAAG 1964 „BAAS BOVEN BAAS" In een tijd, 20 vol van spanning op het gebied van lonen en prijzen, in een periode, waarin de ene explosie op de andere volgt, zullen wij ons moeten bezinnen op deze prijsvraag. Een prijs vraag, die de zaken heel scherp stelt, omdat aan iedere vraag de kwestie van vertrouwen ver bonden is. Het is een moeilijke opgave, maar toch wil ik proberen mijn gedachten betreffen de deze problemen weer te geven. 1) „Wat vind ik, die baas ben, dat mijn men sen moeten denken en doen, zodat ik hun mijn volledig vertrouwen kan schenken?" De baas moet er in de allereerste plaats goed om denken, dat vooral de handarbeider sinds de industriële revolutie een enorme ontwikke ling heeft doorgemaakt. Als men de bevolking van de gemiddelde stad in Nederland be schouwt, valt het zeer moeilijk hieruit de hand arbeiders te halen. De arbeider voelt, dat hij gerespecteerd wordt, vooral tegenwoordig met de overspannen arbeidsmarkt. Dit blijkt ook uit de advertenties; met allerlei dingen wordt ge tracht de mensen in het bedrijf te krijgen. Ik zal de laatste zijn, die wat tegen de vooruit gang van de arbeidende klasse heeft, maar als baas is het bepaald geen kleinigheid, het den ken en doen van de mensen zó te kunnen lei den, dat de baas hun zijn volledig vertrouwen kan schenken. Denk eens aan de moeilijkheden, die remmend werken, als het om de kwestie van vertrouwen gaat. Neem b.v. de werkclas- sificatie en de loonsystematiek. Deze twee moeten uiterst serieus door de baas behandeld worden. Maar interne conflicten kun je daarmee niet omzeilen. Immers ieder mens bezit een gevoel van eigenwaarde en het valt echt niet mee wan neer de baas de één met een hogere waardering uit de bus laat komen dan de ander, hoe nood zakelijk dit ook is. Dit verschil in waardering heeft tot gevolg, dat er wrijving ontstaat, die altijd of bijna altijd de schuld van de baas heet te zijn. In deze ge vallen kan men rustig aannemen, dat het ver trouwen, dat men zijn baas schenkt, beperkt is. Ondanks dit negatieve begin, moet er toch ook een weg te vinden zijn, die tot resultaten leidt. Het voornaamste, dat de baas nodig heeft is: „Willen mijn mensen denken, zo niet, hoe kan ik dit denken stimuleren?" Laat de mensen nooit denken, dat er voor hen gedacht wordt, maar ga naast de mensen staan en denk met hen samen. Dit lijkt misschien naïef. Wat men echter nooit uit het oog moet verliezen is dit: de baas is momenteel afhankelijk van zijn men sen en hij kan laten merken, dat hij de mensen nodig heeft. De mensen zelf kunnen doordat hij hun werk geeft, aanvoelen dat ze vertrouwd worden. DOOR C. VAN DALEN Er zullen natuurlijk ook tegenvallers zijn, maar verlies niet te vlug het vertrouwen, want im mers door vertrouwen te schenken, kan men vertrouwen winnen. Laat dit vooral in je ver houding tot de mensen naar voren komen: „Ik heb met voltvassen mensen te doen" Zo zou ik dan met vertrouwen winnen in punt 2 zitten. Immers punt 1 en 2 zijn zeer nauw ver bonden. 2) „Wat zou ikzelf als baas moeten denken en doen om te bereiken, dat mijn mensen hun vol ledig vertrouwen aan mij kunnen geven?" Laten wij vooropstellen, dat het historisch wan trouwen, dat nog steeds onder de mensen leeft - met name onder de ouderen, op wie het zijn stempel heeft gedrukt - in deze tijd gretig door de jongeren wordt overgenomen. Dit is natuurlijk een groot obstakel, immers het kan een belemmering zijn voor de mensen de baas hun vertrouwen te schenken. Bestaat er dan een mogelijkheid voor de baas, dat hij het vertrouwen van de mensen kan winnen? Ik geloof van wel, mits de baas bij eventuele con flicten op de steun van zijn superieuren kan re kenen. De verhouding en het antwoord mogen beslist niet zo zijn, zoals ik eens ergens gelezen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1964 | | pagina 9