DE BAAS IN HET JAAR 2000
door A. van Berkel
In de nummers van juli, augustus en september j.l. hebben wij de opstellen gepubliceerd van de
heren P. J. Leeuwestein, G. Don en C. van Dalen, die in deze volgorde een prijs wonnen in de
door het tijdschrift „Baas boven Baas" uitgeschreven prijsvraag 1964. U zult zich herinneren, dat
het onderwerp luidde: „Kan een wederzijds vertrouwen tussen de baas en zijn chef enerzijds en
zijn ondergeschikten anderzijds worden gekweekt?".
Ook in voorgaande jaren zijn soortgelijke prijsvragen uitgeschreven en het leek ons interessant één
der bekroonde inzendingen van het jaar 1962 in dit nummer op te nemen, te meer waar het on
derwerp in deze dagen van bezinning wellicht meer tot u zal spreken dan anders het geval zou
zijn. „De baas in het jaar 2000", wat moet hij zijn en weten. Er zal wel niemand zijn - en ook de
schrijver van onderstaand opstel zal niet die pretentie hebben - die meent zover in de toekomst te
kunnen kijken om daarover met zekerheid een mening uit te spreken. De benadering van dit onder
werp door de opsteller is wel zo interessant, dat het zeer de moeite loont van de inhoud kennis
te nemen.
Inleiding
Zo verschillend de toestand van nu met die in het
jaar 2000 zal zijn, zo groot is de verscheidenheid
van hen, die aan deze prijsvraag meedoen.
In de 38 jaar, die ons nog scheiden van het jaar
2000, zal die verscheidenheid door specialisatie
nog toenemen, maar op het practische vlak blijft
daarbij de centrale figuur, „de man van het mid
den": de Baas, ook in het jaar 2000.
Bij een ontleding van die figuur of van zijn taak
zal het daarom niet in de eerste plaats gaan om
het technische van zijn functie maar veel meer om
de kwaliteiten die nodig zijn als organisator, als
mensenkenner, als paedagoog, als leider.
Eigenschappen die de baas van de toekomst beslist
moet bezitten, wil hij zijn taak in overeenstemming
met de dan geldende normen volbrengen. Eigen
schappen die verder ontwikkeld kunnen worden, maar
in beginsel aanwezig moeten zijn in het kind van nu,
in de baas van de toekomst.
Die noodzakelijkheid wordt steeds sterker naarmate
de mens die geleid moet ivorden kritischer wordt.
Organisator
Een eigenschap, die de baas door alle tijden heen
nodig heeft gehad maar voor de toekomst beslist
noodzakelijk is. De organisatie van de bedrijven zal
van boven af prima geregeld worden maar ieder
op zijn plaats en dus in het bijzonder de man van
de practische uitvoering moet in staat zijn om elke
storing op te vangen en het zo te organiseren dat
productie en product er niet onder lijden en abnor
male spanningen worden vermeden. Juist de per
fectionering van de organisatie vereist de paraat
heid van de practische leiding. Naast het zelf orga
niseren zal de baas zich ook hebben aan te passen
bij de organisatievorm van het bedrijf, daar in de
toekomst aan de organisatie van de bedrijven veel
aandacht zal worden besteed. Dit kan, èn in de vorm.
èn in de leiding, veel verschuivingen geven, waar
voor van de bedrijfskern - waartoe de baas onge
twijfeld behoort - veel aanpassingsvermogen wordt
gevraagd.
Mensenkenner
Men kan van mening verschillen of dit aangebo
ren is of niet, maar deze kennis is voor de baas on
misbaar. Hoe zal hij leiding kunnen geven als hij
niet weet welke verantwoordelijkheid Jan en welke
Piet kan dragen. Hoe diezelfde Jan geheel anders
moet worden aangesproken en wanneer Piet moet
worden aangemoedigd. Hij moet weten, dat hij
tegenover deze de baas moet spelen en de ander
kameraadschappelijk tegemoet moet treden, niet
omdat hij met twee maten meet, maar omdat het
noodzakelijk is voor de mensen die geleid moeten
worden en die verschillend zijn van aard. Het niét
kennen van een mens die onder zijn leiding werkt
kan voor de niet gekende als een miskenning wor
den gezien en voor het bedrijf verlies betekenen.
Het is een eis van de tijd en zeker die van de toe
komst dat er meer aandacht wordt besteed aan de
mens en het is de taak van de directe leiding, hier
aan de grootst mogelijke aandacht te besteden. Met
die mensenkennis van de baas kan ook het maat
schappelijk werk binnen het bedrijf op de juiste
manier worden aangepast.
Paedagoog
Ik weet eigenlijk niet goed hoe ik met de uitleg
hiervan aan moet. Hoe kom ik er aan? Het is mis
schien een beetje eigenwijs maar ik geloof, dat
deze eigenschap meer zijn noodzakelijkheid heeft
aangetoond in de laatste tijd. Aan het slot van de
inleiding onderstreepte ik „de mens die geleid
moet worden". Het is moeilijk als man van middel-
9