Het dierlijke in de mens rectificatie De vorige dag had ik gewerkt als een paard, zodat ik moe als een hond 's avonds thuis kwam. Ik had honger als een wolf en dorst als een kameel die een week niets meer gedronken had. Nadat ik gegeten en gedronken had keek ik, nieuwsgierig als een aap, nog even vlug de krant in waarna ik mij vlug als een haas naar bed begaf waar ik weldra sliep als een os. Uitgeslapen als een vos ontwaakte ik de andere mor gen en na mij gewassen te hebben als een poes, kleed de ik mij aan, ontbeet en, omdat het al vrij laat was vloog ik als een vogel de deur uit. In de haast had ik, stom als het achtereind van een varken, m'n tas vergeten zodat ik snel als een hinde terugrende om deze te halen. Natuurlijk was toen de bus weg en het scheen mij dat de volgende z'n traject in een slakkengangetje aflegde. Van ergernis werd ik rood als een kreeft en begon te ijsberen. Toen ik tenslotte het nutteloze hier van inzag bleef ik, gedwee als een lammetje staan wachten. Toen de bus eindelijk naderde werd ik weer dol als een stier, sprong lenig als een panter naar binnen en wrong mij als een slang tussen de passagiers door. Hier en daar gromde er een als een getergde leeuw. Na een paar haltes kwam er een zitplaats vrij. Daar was ik blij om want ik had al die tijd als een ooievaar op één been gestaan. Tegenover mij zat een schat van een meisje met ree bruine ogen. Even keek zij naar mij op en glim lachte. Ik was trots als een pauw dat ze mij een lachje waardig keurde en besloot een afspraakje met haar te maken. Om de zaak niet te forceren hield ik mij verder muis stil en begon intussen, sluw als een rat, een middel te bedenken om haar aan te spreken als ze straks, naar ik hoopte, gelijk met mij uit zou stappen. Het geluk scheen met mij te zijn. We naderden mijn halte en zij begon, bedrijvig als een mier, haar spul len bijeen te rapen. Toen wij buiten stonden was ik haar even in de drukte kwijt geraakt, maar weldra zag ik haar een eind voor mij uit in mijn zelfde richting gaan. Zij liep als een kievit en het leek alsof ik haar nooit in zou kunnen halen. Koppig als een ezel zette ik echter door en begon terrein te winnen. Nog een paar honderd meter scheidde mij van m'n kantoor toen er een man uit een portiek tevoorschijn kwam. Het volgende ogen blik begroetten de twee elkaar als tortelduifjes. Dat ze dus bij elkaar hoorden was een waarheid als een koe. En dat ik als een onnozele gans erachter aangerend had bezorgde mij een flinke kater. „Enfin", troostte ik mijzelf, „als ik haar ingehaald zou hebben en een afspraakje had willen maken, dan had ik toch een bok geschoten." f. D. Hieronder de verantwoording van ideeën, waarvan 1 een premie van 100,en 1 geen premie. Idee 1014. Ingediend door K. H. Betreft Ordercentrale Reparatie. Inzender stelt voor, bij het maken van foto-copieën meerdere malen gebruik te maken van de negatie ven. Voorheen werden de negatieven eenmaal ge bruikt waarna zij waardeloos zouden zijn. Het blijkt echter, als men de negatieven snel weer gebruikt, dat dit kan zonder kwaliteitsvermindering van de afdrukken. Premie 100,—. Idee 1021. Ingediend door H. S. Betreft Mechanische Administratie. Inzender meent dat vereenvoudiging van de admi nistratie betreffende het aanvragen van vakantie- en snipperdagen mogelijk is door de daarvoor be nodigde ponskaarten bij de bazen te deponeren. Hierdoor ontstaan echter meer werkzaamheden, omdat men iedere baas moet attenderen op opgetreden mutaties, zoals ontslag, militaire dienst, nummerwijzigingen, vervallen van verlof door ziekte of ongeval, in dienst komen van nieuw per soneel. Bovendien speelt de vochtigheidsgraad van de kaarten een rol bij een goede mechanische ver werking. Geen premie. A. P. Een klein verzuim was reden dat bij de foto's in het maartnummer van de jubilerende heren J. Andriese, H. van Dijk en L. van Bmtren hun kwaliteit van onderbaas niet kon worden vermeld.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1965 | | pagina 11