Afscheidsbijeenkomst gepensioneerden De oud-werknemers van het dak af gezien. Het begon allemaal met een enveloppe, die in de brievenbus plofte. Deze enveloppe bevatte een uitnodi ging van de Directie aan alle werknemers, die in het tijdvak van 1 januari 1964 tot en met 1 december 1964 de dienst wegens het bereiken van de pensioen gerechtigde leeftijd hadden verlaten, om nog eens een keer in de kantine van het Hoofdkantoor bij elkaar te komen. Onze haven lag op woensdag, 9 juni, vol schepen, die gerepareerd moesten worden en het zal onze oud werknemers warm om het hart geworden zijn bij het aanschouwen van zulk een bedrijvigheid op hun werf, een bedrijvigheid, waaraan zij met hun arbeid, in welke vorm dan ook, nu geen steentje meer behoe ven bij te dragen, doch welke arbeid nu gedaan wordt door hen, aan wie zij hun vakmanschap hebben over gedragen en aan wie zij de fijne kneepjes hebben geleerd. Ir. A. Meijer bracht in zijn welkomstwoord naar voren, dat dit toch de gang van het leven is: de mens wordt geboren, gaat naar school, leert een vak of gaat studeren, aanvaardt een betrekking en vervult de taak, waarvoor hij gesteld is, totdat deze overge nomen wordt. Hij vergeleek daarbij het arbeidzame leven van de oud-werknemers met een trein, die bij verschillende stations halt houdt; de eerste halteplaats is die van 25 jaar dienstverband, waarbij de mens even stil blijft staan en zich verwonderd afvraagt: „heb ik er al 25 jaar opzitten?" De tweede halteplaats is die van 40 jaar en de derde die van 50 jaar dienstverband. Het is zeer weinigen vergund bij de laatste gebeur tenis stil te staan, omdat dit wel een bijzondere halte plaats is. En dan, als men de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft, stopt de trein en gaat niet meer verder. Het is de laatste halte. De werknemers, die dan nog in de trein zitten, stappen uit en gaan van een welverdiende rust genieten. Het is bij deze halte, dat de heer Meijer, mede namens zijn collega's, zijn hartelijke dank uit spreekt voor hetgeen de oud-werknemers hebben ge daan aan de uitbouw van het bedrijf en hij wenst allen nog vele goede en gezonde jaren toe. De heer Blommers, secretaris van de Ondernemings raad, heeft met genoegen geconstateerd, dat pensio nering de mensen zeker niet oud maakt. Integendeel, hij heeft nog nooit zoveel jonge oud-werknemers bij elkaar gezien. Ten opzichte van vroeger is er veel ten goede veranderd, speciaal in het sociale vlak. Ook hij wenst allen toe, dat er nog vele gelukkige en gezonde jaren voor hen weggelegd zullen zijn. A. S. 6

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1965 | | pagina 8