EEN DOKMEESTER
WORDT GEVORMD
Een leek %iet tr/
Waarom moest dat dok 8 komen, vroeg ik. „Wanneer
de schepen groeien moeten de dokken meegroeien",
kreeg ik in het Schiedamse W.F.-dorp te horen en
een begrijpelijker antwoord heeft een leek daar nog
nooit gehad. Getallen, die een doorsnee wandelaar
in Schiedam overrompelen, volgden. „Schepen van
150.000 ton draagvermogen gaan er gemakkelijk in".
Juist, knikte ik. „Er zijn 2534 palen geheid", klonk
het verder en het kostte moeite het aantal voor de
ogen te halen. „Tot beneden 21 meter R.P. werd de
grond weggebaggerd", zei iemand droogjes en de
overrompelende uitwerking van die opmerking zien
de, voegde hij er aan toe: „Er werd 145.000 kubieke
meter beton gestort". - Stopt u maar, zei ik, want wie
kan zich nu 145.000 kubieke meter beton voor
stellen
Misschien zou ik eens kunnen praten met een paar
mensen, die dat gigantische dok hebben zien groeien,
opperde ik. Want daar is dan wel een ontwerpop
dracht geweest, er is een architect geweest, een advies
commissie, ontelbare guldens en nog veel meer, maar
uiteindelijk zijn het gewone mensen op twee benen
die thuis kanaries houden of op een zaterdag zelf de
Bedrijfsleider Nieuwbouw de heer M. C. Oranje (met pijp)
maakt een babbel met chef-dokmeester G. Gielis.
kamer behangen, die dat enorme dok 8 gebouwd
hebben.
Jawel, daar zaten ze, alle drie rond een tafel. Een
reus van een kerel, met wie het naar mijn persoonlijke
smaak beter biljarten dan judoën is: de heer Gerard
Gielis, de chef dokmeester. Hoe oud bent u? „Effe
nadenken, 48 jaar". Naast hem, zeer bruin, bril op
het hoofd en klein snorretje onder de neus, een man
die ik vijf jaar jonger schatte dan de 67 jaren die
hij telt: de heer B. G. Buitendijk, gepensionneerd
dokmeester. En kijk, aan de hoek van de tafel een
man die ik meer de hand had gedrukt: de heer
M. C. Oranje, bedrijfsleider nieuwbouw. Drie van de
velen, die dok 8 al in de kraamkamer zagen, de baby
kleuter en nu een volwassen reus hebben zien worden.
Er wordt even zuchtend nagedacht door de heren,
wanneer ik wil weten hoe lang er aan het nieuwste
dok gewerkt is. „Ruim vier jaar", kwam het ant
woord. „In mei 1962 is met de bouw begonnen,
maar twee jaar eerder is de bouwopdracht al ge
geven", zei de heer Gielis. „Ja, twee jaar is er ge
graven", herinnerde zich de oud-dokmeester Buiten
dijk. „Mensen, wat is er gegraven. Ik ging er regel
matig kijken". „In september 1962 is begonnen met
het heien van de damwand en die zat er in mei 1963
in", ging dokmeester Gielis verder. „Ja, dat klopt,
ik zat in de bouw-adviescommissie. Zes jaar lang
hebben we eens per maand vergaderd, dat zijn acht
en veertig vergaderingen".
Zeg meneer Buitendijk, wat doet een dokmeester
precies
„Behulpzaam zijn bij de scheepsbouw", was het
nuchtere antwoord van de oud-W.F.-er en hij stak
zijn zware van de weduwe op, die hij thuis al had
gerold en keurig in een doosje gestopt.
Mag het wat uitgebreider?
„Je hebt te maken met het opbouwen en rammen
van de kielblokken, je moet zorgen voor het tanker-
testen, je...". Ogenblikje, meneer Buitendijk, wat
is tanker-testen? „Na een reparatie moeten de tanks
gevuld worden om te zien of alle genagelde werk
ook goed dicht is; daarvoor heb je wel zo'n twintig
duizend ton water nodig". Oh, pardon. „En een
dokmeester bemoeit zich intens met het onderhoud
van de dokken", vervolgde de heer Buitendijk. „De
stalen dokken moet je warempel eens in de vier jaar
20