S.T. „ARIETTA S. LIVANOS"
Bij velen in ons bedrijf zal ongetwijfeld de laatste
weken de vraag zijn opgekomen waarom dit schip
met de aanzienlijke schade aan de voortstuwings
installatie en ook schade aan de scheepsromp en ak-
kommodatie zo rustig en onberoerd aan onze kade
ligt.
Men zou eerder verwachten, dat het een objekt van
grote aktiviteit voor onze reparatieafdeling zou
zijn, temeer daar immers enige dagen na aankomst
van deze tanker aan onze werf bekend werd, dat
Wilton na scherpe internationale konkurrentie de
reparatie-opdracht had verworven. Inderdaad was
dit laatste het geval. Echter de historie van een
schip is soms net zo ingewikkeld als die van som
mige mensen. We kennen het gezegde: „In 't ver
leden ligt het heden, in het nu, wat komen gaat".
Dit geldt ook voor dit schip. Het werd in 1958
gebouwd op de werf van Newport News Ship
building Drydock Company, U.S.A. voor reke
ning van een maatschappij, die deel uitmaakt van
het concern van wijlen de reder Stavros Livanos.
Het in de vaart brengen van een in de Verenigde
Staten, en met toestemming van de betrokken auto
riteiten, gebouwd schip door een buitenlandse rede
rij brengt voor deze rederij bepaalde konsekwen-
ties mede, die soms plotseling aan de dag kunnen
treden.
De overwegingen, die normaal een beslissende in
vloed hebben bij het al of niet repareren van een
schip, zijn dezelfde als bijvoorbeeld die bij het be
sluiten of men z'n beschadigde auto al dan niet
zal laten repareren.
In hoofdzaak, is het ekonomisch verantwoord,
d.w.z. zijn de reparatiekosten lager dan, gelijk aan
of hoger dan de ekonomische waarde van het ob
jekt als het gerepareerd is, de restwaarde van het
beschadigde objekt in aanmerking nemende?
We laten hier even buiten beschouwing een bij
komstige faktor bij een schip, n.l. of het al dan
niet een nog geruime tijd geldig en voordelig zgn.
time charter heeft.
Welnu, nadat de rederij in samenwerking met de
assuradeuren de reparatiespecificatie had opge
maakt en tenders hierop verkregen waren, werd de
laagste reparatie-offerte (nl. die van Wilton) ge
accepteerd en het werk opgedragen. De rederij had
buitendien ook nog zeer veel andere, met het
schadegeval samenhangende, kosten van de assu
radeuren te vorderen, waarover blijkbaar na enige
dagen door partijen overeenstemming werd bereikt.
Eerst daarna realiseerde men zich van rederijkant
dat de totale reparatiekosten toch wel zo hoog
waren, dat deze in feite de ekonomische waarde
van het gerepareerde schip te boven gingen. Dit
gaf de rederij aanleiding ons na aanvankelijke
reparatie-opdracht een paar dagen later te verzoe
ken de reparaties voorlopig op te schorten.
Onlangs werd ons definitief medegedeeld, dat be
houdens bepaalde procedurekwesties, het bescha
digde schip "as she lies" (zoals het ligt) naar een
Amerikaanse rederij is verkocht. Wat deze rederij
met het vaartuig zal gaan doen, is op het moment
van schrijven van dit artikeltje nog niet bekend.
Dat dit gebeuren storend werkte op het bezettings
patroon van onze reparatieafdeling is duidelijk.
Men had een bepaalde bezetting gereserveerd voor
deze aanzienlijke reparatie en daardoor ook wat
minder werk aangetrokken voor de overeenkom
stige periode. Door het wegvallen van deze repara
tiemogelijkheid ontstond een vakuum, wat resul
teerde in een tijdelijke onderbezetting voor be
paalde afdelingen. De reparatieafdeling werkte na
tuurlijk in hoog tempo om de ontstane situatie het
hoofd te bieden.
Dit geval illustreert hoe in een wat neergaande
konjunktuur ook de bedrijven, die normaal nog re
delijk van werk zijn voorzien, plotseling kleine
storingen te verwerken krijgen. In dit verband
moge opgemerkt worden dat, voor zover dat nog
speciale nadruk nodig zou hebben, het een uiter
mate belangrijke zaak is, dat wij allen, werkne
mers in ons bedrijf, en ieder naar gelang van de
plaats, die hij in het produktieproces inneemt en
naar zijn vermogen, moet medewerken om zulke
incidentele moeilijkheden op te vangen.
Het zou bijvoorbeeld mogelijk en nodig kunnen
blijken te zijn een aantal van hen, die gewend zijn
in de Reparatie werkzaam te zijn, voor enige weken
in de afdeling Nieuwbouw te laten assisteren en hen,
die op de werf Rotterdam werkzaam zijn, tijdelijk in
Schiedam te werk te stellen, of andersom.
Ook zou bijv. mogelijk zijn, dat een tijdelijke gro
tere nachtploeg vereist wordt en dat hiervoor een
beroep op u gedaan zal worden.
Verder kan het voorkomen, dat een aantal van onze
werknemers van een bepaalde afdeling of van som
mige afdelingen enige dagen, soms wel eens een
paar weken, door gebrek aan werk in de kantine
zit, terwijl nog werknemers van onderaannemers
8