Boeiende bedrijfsfilms gingen in première (die dan echter met een ander soort werkzaamhe den bezig zijn) volop vooruit kunnen. De afgelo pen jaren hebben ons wel eens (en meer dan eens) laten ervaren, dat in zulke situaties zij, die in de kantine zaten, niet bereid waren zulk werk van onderaannemers zelf ter hand te nemen. Voorop gesteld zij, dat ervan uitgegaan dient te worden, dat de soort van werk waarover hier gesproken wordt, moet liggen in de sfeer waarvan redelijkerwijze gezegd kan worden, dat het de eigenwaarde van de betrokkene geen afbreuk doet, ofschoon het ander werk is dan hij normaal pleegt uit te voeren Bij een persoonlijke instelling van ieder van ons, dat het een bedrijfsbelang, dus ook ons aller en persoonlijk belang is, dat in zulke situaties wij naar beste vermogen de bereidheid moeten opbrengen om te handelen zoals de omstandigheden dat ver eisen, zullen we ongetwijfeld de toekomst hoop vol tegemoet kunnen blijven zien. De basis voor een suksesvolle internationale kon- kurrentie is aanwezig, nl. een moderne, goed uit geruste werf, in één van de drukste havens ter wereld, we kennen ons vak, en we willen werken. Wie neemt de handschoen op? „Een ijzig koude wind doet de propeller van de „Diadema" al draaien in de stroppen van de Titan". Duidelijk klonk de stem van de heer L. F. de Ronde op woensdagavond 1 februari in de Vlaardingse Stadsgehoorzaal. Onderwijl draaide de filmprojec tor. En dat was het moment, waarop de Bedrijfs- journaals van WF en BF in première gingen. Maar voordat de eerste beelden van de heer C. de Wit (WF-film) en de heer L. Breijer (BF-film) zich op het witte doek ontvouwden, diende er eerst een technische (niet te voorziene) storing te worden opgeheven. Daarom werd van het programma afge weken en eerst de speelfilm „Beau Geste" vertoond. Toch hoopte men, dat de moeilijkheden bijtijds on gedaan konden worden gemaakt. Daarom zei de heer ir B. Wilton in zijn openingswoord ook: „Ja, u denkt nu, wat sta je daar lang te praten, maar er hapert wat aan de apparatuur, dus moet ik de tijd volpraten. Ik hoop maar, dat u niet onder zeil gaat. Hoewel: ik weet niet wat u liever doet". Hij was begonnen met op te merken: „Als je zo'n film ziet, zeg je gunst: is dat allemaal gebeurd. Toch Dok 8 is dit niet alles geweest. Ik heb voor de aanvang van deze avond even met de vertegenwoordigers van de pers zitten praten. Toen kon ik alles zeggen, dat ik dacht. Nu moet ik bij alles denken, wat ik zeg". En over de film: „De heren De Wit en De Ronde zorgen voor onze nieuwsgaring. Zij hoeven echter niet te zeggen, vanwaar zij die betrekken". Vervolgens gaf hij een overzicht in vogelvlucht, van hetgeen het bedrijf presteren kan. Daarbij bracht hij het werk in de Rotterdamse „Doelen" in herinnering. „Wij hebben daar meegewerkt aan de warmtevoor ziening. Het is daar warm U heeft er geen idee vanDat komt niet door de apparatuur, maar het gebruik ervan", sprak hij badinerend. Zoals gezegd: afwijkend van het programma begon men hierna met de film „Beau Geste", een rolprent in kleuren handelend over het Vreemdelingenlegioen uit vroeger tijden, waarin een goed mens tegen een „boze boeman" (een sergeant), schril contrasterend in karakters, werd getekend. De bedrijfsfilms waren de moeite waard. Niet alleen gezien als een goed aaneengeregen documentatie werk, viel de WF-film op, maar ook door zijn zeke- „Mosli" tijdens de reparatie. 9

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1967 | | pagina 11