De nieuwe radiotelescoop te Westerbork o Eenvoudige constructie Grote nauwkeurigheid Ook voor België Bronswerk-Fijenoord Schiedam bouwt in opdracht van de Stichting Radiostraling van Zon en Melk weg te Leiden 12 radiotelescopen te Westerbork in Drente. Wij zullen in het Wilton-Fijenoord Nieuws uitvoerig ingaan op deze opdracht. U treft thans het eerste artikel van ir W. J. A. Schouten aan dat een algemene indruk geeft van de achtergronden, die hebben geleid tot de bouw van deze telescopen. Wij willen echter beginnen met een korte uitleg van de naam van deze telescopen. Met synthese wordt aangegeven dat de uitgangssig nalen van de verschillende radiotelescopen door mid del van een rekenorgaan worden samengevoegd tot een signaal dat overeenkomt met dat van een teles coop van 160 meter diameter. De diameter van de radiotelescopen bedraagt 25 meter. De plaats Westerbork is doelbewust in de benaming Synthese Radiotelescoop Westerbork opgenomen, om deze door de oorlog zwaar belaste naam een wat betere klank te geven. Verschillende Nederlandse firma's zijn in staat ge steld om in te schrijven voor de constructie van deze nieuwe radiotelescoop. Op 30 juni 1965 heeft de Stichting Radiostraling voor Zon en Melkweg de op dracht gegeven aan Bronswijk-Fijenoord N.V. De nieuwe radiotelescoop zal elf of twaalf volledig bestuurbare antenneschalen omvatten, elk met een diameter van 25 meter, geplaatst op een onderlinge afstand van 150 meter. Tien antennes komen er op vaste voetstukken te staan. Een elfde - en wellicht ook een twaalfde - zal op rails verrijdbaar zijn en kan op een afstand van 300 meter worden geplaatst. De constructie is zoveel eenvoudiger geworden dan men bij vroegere plannen voorstelde omdat gebleken is dat men niet een totale afstand van anderhalve kilometers met antennes behoeft op te vullen. We hebben reeds vermeld, dat de antennes zich op on derlinge afstanden van 150 meter van elkaar bevin den. Eén of naar men hoopt twee antennes die op rails kunnen worden verplaatst, zorgen er dan voor dat er metingen kunnen worden gedaan alsof de hele installatie uit naast elkaar gebouwde antennes be stond. Dat maakt wel dat de metingen nog langer gaan duren. De verrijdbare antenne (of antennes) moet alle posities tussen 25 en 150 meter innemen. Dit houdt in dat elke meting zes keer moet worden ge daan, of drie keer wanneer er twee verrijdbare an tennes zouden komen. De installatie is dus wel tech nisch eenvoudiger, goedkoper en sneller te bouwen, maar een meting waarvoor men met de oorspronke lijk voorgestelde apparatuur misschien enkele uren nodig zou hebben, kost nu driemaal of zesmaal twaalf uren. De nauwkeurigheid die van de bouwers wordt ver langd, is ook bij het aanvaarde voorstel fantastisch groot. De maximaal toegelaten afwijkingen in de constructie van een antenneschaal met een diameter van 25 meter, is op een 3 mm gesteld. Vrijwel een zelfde tolerantie geldt voor de afwijkingen tussen de verschillende antennes. De antennes kunnen allemaal om twee assen worden gedraaid; van de pool tot aan de horizon en 180 graden van oost naar west. Bij dat draaien mogen de onderlinge verschillen niet meer bedragen dan een boogminuut. De bouw van deze 11 of 12 antennes wordt be schouwd als een eerste fase. Voordat men gaat na denken over eventuele volgende fases wil men even wel eerst ervaring opdoen met het werken met een dergelijk groot instrument. De kosten van aanbouw van deze fase is begroot op 15 miljoen gulden. In 1968 kunnen de sterrekundigen hard aan het werk gaan met de Westerbork synthese-telescoop. Dit instrument zal in beginsel ter beschikking staan van alle Nederlandse astronomen, die iets met dit ver nuftige originele instrument kunnen bereiken dat de moeite waard is. Ook Belgische astronomen krijgen het recht met deze telescoop te werken. De Belgische regering doet niet mee aan de investering, maar zal wel de helft betalen van de directe exploitatiekosten en van het ontwikkelingswerk aan het instrumentarium, dat nog moet worden gedaan als de zaak eenmaal in bedrijf is. De voorzitter van de Stichting Radiostraling van Zon en Melkweg, prof. dr. J. H. Oort, hoopt dat het mo gelijk zal zijn met de nieuwe radiotelescoop de krom ming en de werkelijke afmetingen van het heelal te weten te komen. Dank zij de omvang van dit appa raat zal het waarschijnlijk ook mogelijk zijn gebeur tenissen in het heelal te bestuderen die op meer dan tien miljard lichtjaren van ons af liggen en die dus op het ogenblik dat ze hier worden gemeten, meer dan tien miljard jaar geleden zijn gebeurd. De zo waargenomen gebeurtenissen vonden plaats in een 15

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1967 | | pagina 17