IN MEMORIAM
van precies 2 dagen oud. Een geweldige doffer
houdt oplettend de wacht. Hard pikt hij zijn baas
in diens hand, als deze de schaal oppakt. In stilte
vraag ik me af: wat zijn nu eigenlijk tortelduiven?
„Ik kocht hem op de Belgische markt: een verwaar
loosde vogel". Je zou het nu niet meer zeggen.
Het dier is één en al vitaliteit.
Dan komen er allerlei kreten los, zo van: „Een dof
fer met kastanje-ogen zet ik op een duif met staal-
ogen, korte vleugels zet ik op lange, liggend zicht
op staand, een lichte kleur op een donkere".
De bedoeling er van ontgaat me. Het blijkt voor een
groot deel een kwestie van traditie en smaak te
zijn. Daarnaast zit er wat functioneels in als je
hoort, dat vogels met een lang borstbeen op één
met een kort borstbeen worden gezet. Hij legt uit
waarom. „Een duif met een kort borstbeen is eer
der moe, omdat bij het vliegen de ingewanden iets
gaan zakken. Toch kan het een goede vogel zijn.
In dat geval laat ik hem paren met één met een
lang borstbeen om goede jongen te krijgen. Het
lukt niet altijd".
Het belangrijkste is volgens hem het karakter van
een duif. Daaronder verstaat hij de eigenschap van
zo'n vogel, die hem graag naar zijn hok leidt.
Aanhankelijkheid dus. „Maar als een vogel te lang
van een wedstrijd wegblijft en hij is nog fris, dan
vind ik dat voor een keer niet erg. Hij heeft dan
in een weiland wat gegeten of zo. Is hij te laat en
toch uitgeput, dan moet ik hem niet meer". Zo re
deneert hij ook over een jonge duif, waar wij naar
staan te kijken. Even zacht als hij zijn vogels toe
spreekt, merkt hij op: „Kijk die ene. Die is schuw.
Als die niet bijtrekt, gaat-ie er uit. Ook die daar,
die houdt zich veel te afzijdig. Dat heeft geen
goede invloed op de andere".
Ik vraag of die duiven geen blok aan het been zijn
in verband met de vakanties.
Tevreden
Hij lacht tevreden: „Vakantie? Die heb ik niet
nodig om weg te gaan. Ik heb hier alles". Hij wijst
naar twee gezellige ligstoelen in de tuin. Het ge
baar is haast een streling en tevens een aanduiding
van de rust die hij hier vindt, hier in zijn tuin bij
zijn duiven. Ook wijst hij naar zijn huis en weer
zegt hij: „Ik heb hier alles, mijn natje en mijn
droogje".
En dan klinkt er waardering in zijn stem. „Geluk
kig staat mijn vrouw ook bij mijn hobby achter
me".
Ik denk aan de woorden van mevrouw Frehé bij het
begin van onze korte kennismaking: „Vroeger was
ik bang voor honden. Maar ik heb van dieren leren
houden; ik zou ze niet meer kwijt willen".
In de „openlucht"-volière fladdert een kanarie
van zijn nest, als fotograaf Kienhuis een plaatje wil
schieten. Een jong ligt naakt te wachten op de
terugkomst van zijn moeder. MvV
12-4-1967 P. Hagenaars 65 jaar
Plaatwerker (oud-werknemer)
ca. 14 dienstjaren.
12-4-1967 J. M. Willemse 79 jaar
Brander (oud-werknemer)
ca. 34 dienstjaren.
18-4-1967 K. Hof 60 jaar
Mag.bediende
ca. 11 dienstjaren.
In de leeftijd van 60 jaar
is op 18 april, na een
maandenlange ziekte,
overleden de heer K. Hof.
Hij was 11 jaar in ons
bedrijf werkzaam als ma
gazijnbediende.
Wij zullen hem blijven
gedenken als iemand met
een grote ijver en als een
man, die de hem opge
dragen werkzaamheden met uiterste plichtsbe
trachting heeft vervuld.
19-4-1967 L. v. Velzen 83 jaar
Ketelmaker (oud-werknemer)
ca. 7 dienstjaren.
21-4-1967 K. Kruidenier 80 jaar
Koker (oud-werknemer)
ca. 31 dienstjaren.
23-4-1967 J. C. Hanson 65 jaar
El. lasser (oud-werknemer)
ca. 27 dienstjaren.
2-5-1967 W. J. v. Wijk 50 jaar
Mach. bew.
ca. 19 dienstjaren.
Op 2 mei 1967 is in de
leeftijd van 50 jaar over
leden de heer Wvan
Wijk.
Hij trad op 20 oktober
1947 bij ons bedrijf in
dienst en verrichtte in di
verse functies zijn taak
in de afdeling Machinale
Bewerking.
Het bedrijf verliest in hem
een gewaardeerd medewerker.
Met leedwezen geven wij kennis van hun
overlijden. Hun nagedachtenis zal door ons
in ere gehouden worden.
25