De „Company" bouwde hij van hout. Het was oud
hout, dat nog uit de oorlog stamt. De dikte is pre
cies 12 mm, wat schaven betreft dus een uitermate
nauwkeurig werkje. „Toen ik de stapelbouw af
had, dacht ik: ik houd te weinig ruimte over voor
het motorische gedeelte en voor het telegrafische
deel en de accu".
Hij ging niet bij de pakken neerzitten, want rap
toog hij aan het werk om een tweede sleper te
creëren, die de naam „Drydook" zou krijgen.
Hiervoor gebruikte hij latoenkoper („Dat is slechts
0,3 mm dik"). Het rondwerk bleek moeilijk. „Met
een hamer moest ik het metaal zachtjes strijken
en bekloppen rond houten malletjes. Allemaal
kleine stukjes afval. De stukjes soldeerde ik aan
elkaar. De spantjes haalde ik uit een oude kope
ren lamp".
Schemerlamp
Voor de bolders werd eveneens een oplossing ge
vonden: „Het materiaal haalde ik uit een oud sche
merlampje". Hij lacht als hij aan de masten van
zijn slepers denkt, want hij bouwde ze gelijktijdig
„De masten zijn van een plastic vlieger, die mijn
vrouw als reclame bij de kruidenier kreeg".
In de „Drydock" zit al een motortje, dat de schroef
laat draaien. In de andere boot komt er natuur
lijk ook eentje. Op het ogenblik is hij op zoek
naar tekeningen voor de radio-grafische bestu
ring. „Ik heb pas een systeem gezien, dat niet
deugt. Daarbij kan je het roer alleen naar links of
rechts laten klappen, in één ruk. Het moet juist
geleidelijk kunnen, heel langzaam, zoals het hoog
teroer van modelvliegtuigjes werkt. Die vliegtuig-
De heer De Schrijver nam zijn slepers mee van huis om ze
op het werk te tonen.
jes landen immers langzaam onder een bepaalde
hoek. Als ik de tekeningen heb, bouw ik die in
richting zelf. De motortjes niet, die moet ik kopen
voor 21,—, de accu's zijn even duur, terwijl de
stuurmachine 31,— kost".
De houten sleper krijgt een twee-traps radio-gra
fische besturing, voor de schroef en het roer. De
andere boot heeft meer ruimte over. „Die krijgt
er nog radiografische besturing bij voor de
draaiende radar op het stuurhuis en het spuitende
waterkanon. Het duurt nog wel even voor ik zo
ver ben, maar nu maak ik ze alvast vaarklaar.
Ik heb ze al in het water getest. Alles is goed.
Binnenkort krijg ik het druk met mijn verhuizing,
want ik ga vermoedelijk naar een eigen woning
in Maasland. Als het door gaat, zal ik heel wat
moeten verbouwen, dat zal me zeker 15.000
schelen. Veel tijd voor de scheepjes blijft er dan
niet over".
Zijn slepers hebben een lengte van 80 cm en een
breedte van 20 cm. „Het grote passagiersschip,
dat ik wil maken, denk ik klaar te krijgen als ik
met pensioen ben", zegt hij. „Daar gaat heel wat
tijd in zitten".
Niet rustig
U moet wel over veel geduld beschikken om zo
iets te vervaardigen. Is u zo rustig? Zijn antwoord
is openhartig: „Ik geduldig en rustig? Nee, vraag
het m'n collega's en m'n vrouw. Ik ben opvliegend
en driftig, maar als ik met mijn hobby bezig ben,
hoor of zie ik niets."
En hij is vaak bezig. „Eens bouwde ik zelf een
auto. Nee, niet van een tekening. Gewoon, ik zag
op straat een Singer. Die heb ik nagemaakt. Een
oude BMW motor er in. Op de sloop haalde ik
oude banden, aalglad, voor een paar gulden. Je
zou er nu de weg niet mee op mogen. In 1953
keken ze niet zo nauw. De auto reed 60 km per
uur. De motor plaatste ik later over in een zelf
gebouwde boot. Die heb ik niet meer; of het één
of het ander, of een auto of een boot. De auto,
die ik nu heb, heb ik niet zelf gebouwd".
Als knutselaar heeft hij veel ruimte nodig. „Ik heb
voor al mijn rommel keldertjes gemaakt in de
gang, de kamer en de keuken, maar het is we!
een bende als ik iets terug wil vinden. Mijn vrouw
vindt het niet altijd leuk, maar ze zegt: je kan
beter zo'n man hebben, dan eentje, die in de
kroeg zit".
Jeugd
En hij meent: „Het is wel goed, dat er in het WF-
Nieuws aandacht aan hobby's wordt gegeven.
De jeugd van tegenwoordig weet op die manier,
dat het ook zó kan. Er zal allicht een enkeling bij
zijn, die aangezet wordt zo iets te gaan doen.
Het is toch zo, dat veel jongeren tegenwoordig
met hun vrije tijd geen raad weten. Bovendien:
velen hebben geen verantwoordelijkheidsgevoel.
Wanneer ik in mijn werk een fout maak, kan ik
me wel voor mijn hoofd stompen. Maar zij lachen
er gewoon om".
In dat licht bezien, is het niet vreemd, dat de heer
De Schrijver - als hij eenmaal in Maasland woont -
lid wil worden van de modelbouwersclub daar.
„Ik zou de jongens graag iets op dit gebied wil
len leren", zei hij al eerder tijdens ons plezierige
gesprek. MvV
17