BEPROEVINGEN MET BOOREILAND IN DOK 8 27 juli 1967, 8 uur. Op de Nieuwe Waterweg is het vrij stil. in de verte nadert langzaam een vreemd gevaarte uit de richting Rotterdam onze werf: een boor eiland. Het is de „Chazar", die voor Russische rekening door de I.H.C. Holland en WF wordt ge bouwd. Het eiland is 's morgens van de werf Gusto vertrokken en zal in dok 8 bij WF worden op genomen voor het doen van di verse beproevingen. Langzaam kruipen twee van onze sleepboten voor de zware constructie uit. Nog één van onze slepers vaart bij wijze van roer achter het zelfheffend plat form. Heel traag zoekt de sleep zijn weg, traag maar met veel zorg en overleg, want de orga nisatie van dit korte reisje zit goed in elkaar. Op de oever, voor de villa, houdt zich een camera-man van de NTS onledig, tenminste: aanvan kelijk. Als de „Chazar" nadert, spoedt de man zich naar zijn camera om enige „shots" te maken. „Ik mag 8Ü seconden vullen", zegt hij. Zijn camera zoemt. De beelden worden vast gelegd. 's Avonds in de huiska mer verschijnt een keus uit de opnamen van dit boeiende schouwspel op de t.v., zodat het hele land getuige kan zijn van dit imponerende transport en de indokking van het eiland. Even verderop ligt WF-cineast De Wit in het gras met zijn ca mera 'in aanslag. Deining ontstaat voor de mon ding van onze haven. Andere WF-slepers (de hele vloot is aan het werk) zijn druk-doende de onderzeeboot „Potvis", die bij onze werf een beurt heeft gehad, de Waterweg op te sle pen. Voor de villa loopt ook chef-dok- meester, de heer Gielis. Hij is gewapend met een walkie-talkie, die zo dadelijk zijn diensten zal bewijzen. Op het eiland krioelen vele mannen door elkaar. Toch heeft ieder zijn taak, al zou je dat als buitenstaander zo niet zeggen. Het duurt echter niet lang meer of de sleep ligt voor het dok. Kort, afgebeten klin ken de commando's van de chef-dokmeester. Het gevaarte lijkt op een uitstekende beton nen rand van het dok te lopen. Dat denk ik en met mij nog en kele niet in de geheimen van het indokken ingewijde toe schouwers. Zo niet de heer Gielis. Hij roept naar zijn mannen enige onbe grijpelijke kreten: „Alleen de slack. Tussen de poten en de bolders door. Ja, bijhouden". En dan heel hard: „Geef wat je kan, ja geven Rakelings passeert het eiland de moeilijke punt: een geweldig spannend moment voor velen. Voor de heer Gielis schijnt het haast een dagelijks routineklusje. De slepers vóór de „Chazar" maken los en varen het dok uit. Het eiland wordt nu door de sleepboten het dok ingeduwd. Het zoekt een plaatsje onder de kraan. Dat „plaatsje" dient men echter betrekkelijk te zien, aan- Gezicht op de achterzijde van het booreiland. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Wilton Fijenoord Nieuws | 1967 | | pagina 3